De grondwet legt krachtlijnen en fundamenten van een staat weer en zijn derhalve vatbaar voor uiteenlopende redelijke interpretaties. In deze bijdrage wordt onderzocht welke argumenten het Grondwettelijk Hof daarbij in overweging neemt, meer zelfs essentieel vindt.
Het Grondwettelijk Hof heeft de bijna mystieke verantwoordelijkheid om bij zijn besluitvorming die argumenten (lees alle) te betrekken die ertoe kunnen bijdragen de Belg te overtuigen dat de gekozen oplossing een weloverwogen, verstandige, correcte, bedoelingsconforme en redelijke uitlegging van de Grondwet is.
Dit artikel concentreert zich op het strategische gedrag van het Belgische Grondwettelijk Hof in controversiële zaken. Op basis van een aantal voorbeeldarresten legt de auteur uit ik uit hoe de controversiële aard van een zaak, alsook variatie in de rechtspraak (dictum; verwijzingspraktijk en toepassing van de proportionaliteitstoets) gemeten kunnen worden.
Of controverse effectief een significante verklarende factor is van deze variatie, kan worden blootgelegd door een grondige empirische analyse. De belangrijkste bevindingen van deze analyse worden in dit artikel samengevat.
De auteur stelt in haar inleiding dat constitutionele hoven een grote invloed kunnen uitoefenen op zowel vigerende huidige als toekomstige wetgeving.
Wanneer bestaande wetgeving de grondwettigheidstoets niet doorstaat, kan die in principe niet meer worden toegepast en buiten werking gesteld door de grondwettelijke hoven, waarbij zelfs de wetgever door een grondwettelijk hof verplicht kan worden de rechtsorde te herstellen met corrigerende wetgeving..
In sommige gevallen verdwijnt na een grondwettelijke toets de getoetste wetsbepaling zelfs (retroactief) uit de rechtsorde.
De rechtspraak van een grondwettelijk hof, geeft dan in de regel de grenzen aan waarbinnen toekomstige wetgeving, Grondwetsconform zou moeten passen.
Gelet op deze functie, is het van belang te begrijpen gaat de auteur op zoek hoe deze hoven tot hun beslissingen komen en welke factoren daarbij bepalend zijn.
Het verklaren en voorspellen van rechterlijke beslissingen is, hoewel voornamelijk in de Verenigde Staten , een hot topic. In de literatuur komen drie grote verklarende modellen naar voren:
• het attitudinale model – waarbij de ideologische voorkeur van elke individuele rechter centraal staat
• het legale model – dat uitgaat van een soort mechanische toepassing van de Grondwet
• en het strategische model – dat stelt dat rechters hun invloed steeds willen maximaliseren, maar dat ze zich daarbij bewust zijn van de beslissingscontext waarin ze functioneren.
De auteur gaat in haar bijdrage ook hier verder op in.