De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft va de wetgever een functie gekregen als beschermer van het waarachtige huwelijk. Als hij meent dat daar redenen toe zijn, weigert hij de akte van aangifte van huwelijk op te maken of weigert hij het huwelijk te voltrekken.
De ontgoochelde huwelijkskandidaten hoeven zich niet bij die beslissing neer te leggen. Zij kunnen beroep instellen tegen de weigeringsbeslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de familierechtbank.
In deze bijdrage gaat Annette Van Thienen in op de aard van de weigeringsbeslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand enerzijds en van het beroep van de huwelijkskandidaten anderzijds. Daarbij krijgt het bestuursrechtelijke aspect bijzondere aandacht. Dit is immers cruciaal bij de beoordeling van het beroep tegen de weigeringsbeslissing door de familierechtbank.
uittreksel uit het burgerlijk wetboek:
Art. 146. Er is geen huwelijk wanneer er geen toestemming is.
Art. 146bis. Er is geen huwelijk wanneer, ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet is gericht op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwde.
Art. 146ter. Er is evenmin een huwelijk wanneer het wordt aangegaan zonder vrije toestemming van beide echtgenoten of de toestemming van minstens een van de echtgenoten werd gegeven onder geweld of bedreiging.
Art. 147. Men mag geen tweede huwelijk aangaan voor de ontbinding van het eerste.
Art. 167. De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert het huwelijk te voltrekken wanneer blijkt dat niet is voldaan aan de hoedanigheden en voorwaarden vereist om een huwelijk te mogen aangaan, of indien hij van oordeel is dat de voltrekking in strijd is met de beginselen van de openbare orde.
Indien er een ernstig vermoeden bestaat dat niet is voldaan aan de in het vorige lid gestelde voorwaarden kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de voltrekking van het huwelijk uitstellen, na eventueel het advies van de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de verzoekers voornemens zijn te huwen te hebben ingewonnen, gedurende ten hoogste twee maanden vanaf de door belanghebbende partijen vooropgestelde huwelijksdatum, teneinde bijkomend onderzoek te verrichten.
De procureur des Konings kan deze termijn verlengen met een periode van hoogstens drie maanden. In dat geval geeft hij daarvan kennis aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de belanghebbende partijen ervan in kennis stelt.
Indien hij binnen de in vorig lid gestelde termijn nog geen definitieve beslissing heeft genomen, dient de ambtenaar van de burgerlijke stand onverwijld het huwelijk te voltrekken, zelfs in die gevallen waar de in artikel 165, § 3 bedoelde termijn van zes maanden reeds is verstreken.
In geval van een weigering zoals bedoeld in het eerste lid, brengt de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn met redenen omklede beslissing zonder verwijl ter kennis van de belanghebbende partijen.
Tezelfdertijd wordt een afschrift hiervan, samen met een kopie van alle nuttige documenten, overgezonden aan de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de weigering plaatsvond en aan de Dienst Vreemdelingenzaken, in geval zijn beslissing gemotiveerd is op basis van artikel 146bis.
Indien één van de aanstaande echtgenoten of beiden op de dag van de weigering hun inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister of hun actuele verblijfplaats niet hebben binnen de gemeente, wordt de weigeringsbeslissing tevens onmiddellijk ter kennis gebracht van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van inschrijving in een van deze registers of van de actuele verblijfplaats in België van deze aanstaande echtgenoot of echtgenoten.
Tegen de weigering door de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk te voltrekken, kan door belanghebbende partijen binnen de maand na de kennisgeving van zijn beslissing beroep worden aangetekend bij de familierechtbank.