De schuldoverdracht of -overname is de rechtsfiguur waarbij de schuldenaarspositie in een verbintenis overgedragen wordt aan een derde, zonder dat de verbintenis zelf door de schuldoverdracht wordt gewijzigd. De doelstelling van de schuldoverdracht is dat de nieuwe schuldenaar de plaats inneemt van de oude, zodat deze laatste verdwijnt uit de verbintenis waardoor de oude schuldenaar jegens zijn schuldeiser wordt bevrijd van zijn schuld.
Naar Belgisch recht kennen we:
• de ‘voltooide’ schuldoverdracht waartoe de instemming van de schuldeiser nodig is en die de oorspronkelijke schuldenaar bevrijdt.
• de onvoltooide schuldoverdracht, zijnde een interne overeenkomst van schuldoverdracht tussen de oorspronkelijke en de nieuwe schuldenaar waarbij de schuldeiser in beginsel niet wordt betrokken en de oorspronkelijke schuldenaar niet wordt bevrijd.
Deze bijdrage is ook beschikbaar in de Jurabibliotheek
Overdracht van schuld
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.187. Volkomen overdracht van schuld
Een schuld kan met toestemming van de schuldeiser aan een derde worden overgedragen.
Indien de schuldeiser bij voorbaat zijn toestemming heeft gegeven, heeft de schuldoverdracht pas uitwerking na kennisgeving of erkenning van het contract gesloten tussen overdrager en overnemer..”
Commentaar (bron: Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek)
De overdracht van schulden zorgt voor een conceptueel probleem omdat een schuldvordering een goed is waarover enkel diegene mag beschikken aan wie het toebehoort, namelijk de schuldeiser (R. DEKKERS, Handboek, II, p. 281, nr. 501). De overdracht van schuld toelaten zou tot gevolg hebben dat een schuldenaar zich van zijn schulden kan ontdoen en de schuldeiser opzadelen met een minder solvabele debiteur. Om die reden staat ons recht afwijzend tegen schuldoverdracht (o.m. Cass. 26 september 2003, Pas. 2003, 1487, Arr. Cass. 2003, nr. 457).
Wel wordt door een meerderheid van de auteurs aangenomen dat een dergelijke overdracht mogelijk is met toestemming van de schuldeiser. De rechtsleer pleit er daarom voor om deze materie wettelijk te regelen (o.m. S. STIJNS en S. JANSEN, “Schuldoverdracht: een pleidooi voor een volwaardige rechtsfiguur” D.A.O.R. 2018/1-2, blz. 6-35). Mede in navolging van andere codificaties (art. 1327 C.civ.fr., art. 6: 155 NBW, § 414 BGB) wordt hieraan gevolg gegeven in dit hoofdstuk. Een overdracht van schuld onderstelt dus de toestemming van de drie partijen: schuldeiser, schuldenaar en overnemer. De toestemming van de schuldeiser kan vooraf worden gegeven. Een overdracht van schuld zonder de toestemming van de schuldeiser heeft louter interne werking (zie art. 5 192).
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.188. Gevolgen voor de oorspronkelijke schuldenaar
De schuldoverdracht bevrijdt de oorspronkelijke schuldenaar voor de toekomst, tenzij anders is overeengekomen met de schuldeiser.”
Commentaar (bron: Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek)
Deze nieuwe bepaling regelt de gevolgen van een schuldoverdracht. In beginsel heeft de toestemming van de schuldeiser tot gevolg dat de oorspronkelijke schuldenaar wordt bevrijd. De partijen kunnen vanzelfsprekend anders overeenkomen. Deze bevrijding werkt in beginsel enkel voor de toekomst. Voor de schulden die opeisbaar waren voorafgaand aan de overdracht, blijft enkel de overdrager gehouden, tenzij anders werd overeengekomen.
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.189. Tegenwerpelijkheid van excepties
De schuldovernemer kan tegen de schuldeiser een beroep doen op alle excepties waarover de overdrager beschikte krachtens de overgedragen schuld.
Overdrager en overnemer kunnen ook hun persoonlijke excepties opwerpen..”
Commentaar (bron: Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek)
Deze nieuwe bepaling regelt de tegenwerpelijkheid van excepties. Uitgangspunt is dat de overnemer de positie inneemt van de overdrager en al de excepties kan uitoefenen waarover deze tegenover de schuldeiser beschikte. Bovendien beschikken de beide schuldenaars over hun persoonlijke excepties, d.w.z. de excepties ontleend aan hun eigen verhouding tot de schuldeiser, zoals een respijttermijn of de onbekwaamheid.
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.190. Zekerheidsrechten
De bevrijding van de overdrager heeft tot gevolg dat de persoonlijke en zakelijke zekerheidsrechten vervallen, behoudens de toestemming van de zekerheidsteller.”
Commentaar (bron: Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek)
Indien de oorspronkelijke schuldenaar wordt bevrijd heeft deze bevrijding ook het tenietgaan van de persoonlijke en zakelijke zekerheden tot gevolg, behoudens anders overeengekomen met de zekerheidsteller
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.191. Onvolkomen overdracht van schuld
Er is een onvolkomen schuldoverdracht wanneer de overnemer de bedoeling heeft zich te verbinden tegenover de schuldeiser die zijn toestemming niet heeft gegeven. Zij heeft de hoofdelijke gehoudenheid van de overdrager en de overnemer tot gevolg.
Deze bedoeling wordt vermoed indien de overnemer van de overdracht kennis heeft gegeven aan de schuldeiser.
Indien de schuldeiser de overdracht nadien aanvaardt, zijn de artikelen 5.187 tot 5.190 van overeenkomstige toepassing.’
Commentaar (bron: Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek)
Van de in artikel 5 192 bedoelde interne schuldovername moet worden onderscheiden het geval dat de partijen de schuldeiser bij hun afspraak wensen te betrekken. De kennisgeving aan de schuldeiser moet dan, in beginsel, zo worden uitgelegd dat de overnemer ermee instemt mede verbonden te willen zijn. Deze gehoudenheid is dan hoofdelijk.
Alles hangt natuurlijk af van de bedoeling van de partijen. Zo kan het zijn dat de partijen de uitwerking van de overdracht van schuld afhankelijk hebben willen maken van de instemming van de schuldeiser en de kennisgeving er dan toe strekt deze voorwaarde na te leven. Indien in dergelijk geval de aanvaarding van de schuldeiser uitblijft, krijgt de overdracht van schuld geen uitwerking.
Indien de schuldeiser de overdracht van schuld goedkeurt treden de gevolgen in van de volkomen schuldoverdracht en wordt de overdrager bevrijd.
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.192. Interne overname van schuld
Er is een interne schuldovername wanneer de overnemer niet de bedoeling heeft zich tegenover de schuldeiser te verbinden. Zij heeft slechts uitwerking tussen de partijen.”
Commentaar (bron: Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek)
Een schuldovername die plaatsvindt buiten de schuldeiser om en hem ook niet wordt ter kennis gebracht heeft louter interne werking tussen de schuldenaar en de “overnemer”. Zulks beantwoordt trouwens aan de bedoeling van de partijen. De schuldeiser kan bijgevolg uit een dergelijke overname, in beginsel, geen rechten putten.
zie ook: www.elfri.be - Artikel - Overdracht van schuld