Verkrijgende verjaring is een wijze waarop de eigendom van een goed of zakelijk gebruiksrecht wordt verkregen door voortdurend, ongestoord, openbaar en ondubbelzinnig bezit, dat gedurende een bepaalde tijd heeft voortgeduurd.(
artikel 3.26 Nieuw Burgerlijk wetboek)
De verkrijgende verjaring wordt vastgesteld
• door rechterlijke uitspraak, met de bezitter als eiser of verweerder,
• of door akkoord tussen de titularis die het bezit verloren heeft en de bezitter
• of door eenzijdige verklaring van de titularis die het bezit verloren heeft.
Ook zichtbare erfdienstbaarheden kunnen ontstaan door verkrijgende verjaring.
Duurtijd voor de verkrijgende verjaring
De termijn voor verkrijgende verjaring bedraagt tien jaar. Indien de bezitter echter te kwader trouw is bij de aanvang van zijn bezit, bedraagt de termijn voor verkrijgende verjaring dertig jaar.
De verjaringstermijn wordt geschorst door de totale duur van de bezitsberoving bedoeld in artikel 3.19, § 3, 4°, indien zij langer duurt dan één jaar. De verjaringstermijn wordt ook gestuit of geschorst overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.
De artikelen 2265 tot 2269 van het oude BW dus ook met betrekking tot twintigjarige verjaring worden door de wet van 4 februari 2020 opgeheven.