Krachtens artikel 1050, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek kan er enkel hoger beroep worden aangetekend tegen een maatregel alvorens recht te doen samen met het hoger beroep tegen een eindvonnis. Het hoger beroep tegen een maatregel alvorens recht te doen dat niet samen maar na het hoger beroep tegen een eindvonnis wordt ingesteld, is ontoelaatbaar (in die zin: Cass. 22 april 1983, Arr.Cass. 1982- 83, 1019 en Cass. 11 maart 2004, P&B 2004, 60, noot S. MOSSELMANS, "Hoger beroep tegen een gemengd tussenvonnis na het eindvonnis").
Een eindvonnis in de zin van artikel 1050, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek is een eindbeslissing van de rechter over de toelaatbaarheid of de gegrondheid van een eis.
Een tussenvonnis is aldus een eindvonnis in de zin van artikel 1050, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek wanneer de eerste rechter in dat tussenvonnis een eindbeslissing neemt over de toelaatbaarheid en de gegrondheid van de eis
Wanneer de rechter in hoger beroep, na het hoger beroep gegrond te hebben verklaard, het beroepen vonnis tenietdoet, wijzigt of hervormt en zelf uitspraak doet over het geschil, mag hij de zaak niet naar de eerste rechter verwijzen wanneer hij vervolgens zelf een onderzoeksmaatregel beveelt, ook al is die dezelfde als deze die bevolen werd door het beroepen vonnis
Dit verbod om terug te verwijzen, geldt ook wanneer de appelrechter een geschilpunt dat niet de grondslag vormt van de bevestigde onderzoeksmaatregel, anders beoordeelt dan de eerste rechter. Het hof mag deze zaak dus niet terug naar de eerste rechter verwijzen en het geschil zal verder door dit hof beslecht moeten worden.