Artikel 59, § 3, Wegverkeerswet bepaalt: «Op verzoek van de in § 1, 1o en 2o, bedoelde personen aan wie een ademanalyse werd opgelegd, wordt onmiddellijk een tweede analyse uitgevoerd en, indien het verschil tussen deze twee resultaten meer bedraagt dan de door de Koning bepaalde nauwkeurigheidsvoorschriften, een derde analyse.
Indien het eventuele verschil tussen twee van deze resultaten niet meer bedraagt dan de hierboven bepaalde nauwkeurigheidsvoorschriften, wordt het laagste resultaat in aanmerking genomen.
Indien het verschil groter is, wordt de ademanalyse als niet uitgevoerd beschouwd.»
Artikel 26 KB Ademtest- en analysetoestellen bepaalt: «Aan de betrokkene moet uitgelegd worden dat hij een tweede ademanalyse mag vragen, dat bij een eventueel verschil tussen de twee resultaten van meer dan de in bijlage 2 bepaalde nauwkeurigheidsvoorschriften een derde ademanalyse wordt uitgevoerd, en dat indien de drie verschillen tussen die drie resultaten groter zijn dan de voormelde nauwkeurigheidsvoorschriften, een bloedproef wordt uitgevoerd.»
De bijlage 2 bij het KB Ademtest- en analysetoestellen bepaalt onder punt 3.6:
«Meetcyclus
De meetcyclus bestaat uit één enkelvoudige geldige meting van de AAC.
Een persoon die een ademanalyse moet ondergaan, mag een tweede ademanalyse vragen. Indien het toestel mondalcohol waarneemt, zal een tweede meetcyclus worden uitgevoerd, evenwel met een tussentijd van minimum 15 minuten.
Bij een eventueel verschil tussen de twee resultaten, dat groter is dan de voorschriften van punt 4.3, zal een derde ademanalyse uitgevoerd worden. Indien de drie verschillen tussen de drie resultaten groter zijn dan de hoger vermelde nauwkeurigheidsvoorschriften, zal overgegaan worden naar een bloedproef.»
Deze nauwkeurigheidsvoorschriften worden bepaald in punt 4.3.3. van de bijlage 2 bij het KB Ademtest- en analysetoestellen:
«De maximum toegelaten fouten op iedere aanwijzing zijn in plus of min:
– 0,03 mg/l voor iedere ethanolconcentratie lager dan 0,4 mg/l lucht
– 7,5% in relatieve waarde voor iedere ethanolconcentratie vanaf 0,4 mg/l tot 1,0 mg/l lucht
–15% in relatieve waarde voor iedere ethanolconcentratie vanaf 1,0 mg/l tot 2,0 mg/l lucht
–30% in relatieve waarde voor iedere ethanolconcentratie vanaf 2,0 mg/l tot 3,0 mg/l lucht.»
Uit de samenhang van art. 59, § 3, Wegverkeerswet, art. 26 KB Ademtest- en analysetoestellen en de punten 3.6 en 4.3.3 van bijlage 2 bij dat KB volgt dat wanneer een tweede ademanalyse wordt uitgevoerd, een derde ademanalyse moet worden uitgevoerd indien het tweede resultaat hoger of lager is dan de door de nauwkeurigheidsvoorschriften bepaalde maximaal toegelaten afwijking op het resultaat van de eerste analyse en niet op het resultaat van de tweede analyse.
De bijlage 2 bij het KB Ademtest- en analysetoestellen bepaalt onder punt 4.3.4:
«Afronding
De fouten worden afgerond tot de dichtst benaderde waarde op 0,001 mg/l nauwkeurig.»
Het in punt 4.3.4 van bijlage 2 bij het KB Ademtest- en analysetoestellen bepaalde voorschrift dat de fouten worden afgerond tot de dichtst benaderde waarde op 0,001 mg/l nauwkeurig, betekent dat een meting die op een duizendste nauwkeurig is, moet worden afgerond op een honderdste, namelijk op een hoger cijfer indien het duizendste dit hoger cijfer het dichtst benadert of op een lager cijfer indien het duizendste dit lager cijfer het dichtst benadert. Fouten dienen dus niet te worden afgerond op drie cijfers na de komma.