De vermelding van het bestaan van rechtsmiddelen in de betekening van een jurisdictionele beslissing is een essentieel element van het algemeen beginsel van behoorlijke rechtsbedeling en van het recht op toegang tot de rechter. Het recht op een eerlijk proces vereist immers niet alleen dat de mogelijkheden en termijnen om rechtsmiddelen aan te wenden, duidelijk worden gesteld, maar ook dat zij zo expliciet mogelijk aan de rechtzoekende ter kennis worden gebracht. Dat is precies het doel zelf van een betekening, namelijk de rechtzoekende inlichten.
Teneinde het recht op toegang tot de rechter te waarborgen is het niet alleen van belang dat de regels met betrekking tot de mogelijkheden inzake de rechtsmiddelen en de termijnen duidelijk worden gesteld, maar ook dat zij zo expliciet mogelijk aan de rechtzoekenden ter kennis worden gebracht zodat dezen gebruik ervan kunnen maken overeenkomstig de wet.
De wezenlijke vereisten inzake het recht op toegang tot de rechter, vormen een aspect van het recht op een eerlijk proces vormt. Zij gelden op algemene wijze ten aanzien van iedere rechtzoekende, die moet weten welk gevolg kan worden gegeven aan een vonnis, zodat die vereisten van toepassing zijn op de betekening van een vonnis, die de algemene regel in het gerechtelijk privaatrecht vormt voor de mededeling van de vonnissen.
Die verplichte kennisgave van de wijze en termijn waarop rechtsmiddelen kunnen ingesteld tegen een rechterlijke beslissing betreffen niet alleen de betekeningen bij gerechtsdeurwaardersexploot maar gelden ook voor kennisgevingen uitgaande van een andere overheidsinstantie zoals een griffie.
Een en ander geldt des te meer, wanneer er sprake is van een korte en van het gemeen recht afwijkende beroepstermijn.
Het gebrek aan vermelding van de specifieke termijn voor hoger beroep in de kennisgeving heeft voor gevolg dat de kennisgeving van de bestreden beslissing «gebrekkig» is. Dit kan onder meer meebrengen dat de sanctie van laattijdigheid, c.q. van niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep niet kan worden opgelegd.
Let wel - update
De wet van 26 december 2022 betreffende de vermelding van de rechtsmiddelen en houdende diverse bepalingen in gerechtelijke zaken voert een algemene informatieplicht in over de toepasselijke rechtsmiddelen bij een kennisgeving of betekening van een rechterlijke uitspraak in burgerlijke zaken.
Wanneer er geen informatieblad wordt toegevoegd bij een betekening of kennisgeving van een uitspraak, begint in toepassing van de wet van 26 december 2022 de termijn van het rechtsmiddel niet te lopen (art. 47bis Ger.W.).
Wanneer het informatieblad wel is bijgevoegd maar foute informatie bevat, geldt in principe dezelfde sanctie als deze bij het volledig ontbreken ervan: de termijn van de rechtsmiddelen begint niet te lopen mits de foute informatie de partij te goeder trouw misleid heeft. Wanneer in die hypothese een partij te goeder trouw een fout rechtsmiddel heeft aangewend en daardoor de termijn van hoger beroep heeft laten verstrijken, kan dit haar niet worden tegengeworpen en mag de appelrechter het beroep niet als laattijdig afwijzen.
Artikel 780/1. Ger.W. bevat wel de mogelijkheid om het informatieblad aan te vullen of te verbeteren. Dat kan ambtshalve of op verzoek van een partij of een gerechtsdeurwaarder. Wanneer er een verzoek tot aanvulling of verbetering is gedaan, dient dit te gebeuren binnen acht dagen vanaf het verzoek. De aanvulling of verbetering kan ook ambtshalve gebeuren dus zonder dat een partij een verzoek heeft gedaan. De griffier brengt dan het verbeterde of aangevulde informatieblad ter kennis brengt van de partijen (art. 792 Ger.W.) of de gerechtsdeurwaarder dient de betekening te herdoen.