Een gsm-toestel waarmee beelden worden opgenomen valt niet onder het toepassingsgebied van de Camerawet, die het gebruik regelt van bewakingscamera's met een opdracht van bewaking en toezicht.
Het gebruik van gsm-beelden door een particulier is evenmin in strijd met de bepalingen van de Privacywet. Overeenkomstig artikel 8 van de Privacywet mag beeldmateriaal afkomstig van een gsm-toestel als bewijs in rechte worden gebruikt, mits deze niet publiek worden verspreid en mits inachtname van het proportionaliteitsbeginsel door de gebruiker.
Er kan sprake zijn van de verwerking van gerechtelijke persoonsgegevens noodzakelijk voor het beheer van eigen geschillen. Het gebruik van het met een gsm-toestel opgenomen beeldmateriaal is echter niet in strijd met de Privacywet, voor zover de beelden uitsluitend worden aangewend voor de vrijwaring van de eigen rechten en voor zover de verdere bepalingen van deze wet worden gerespecteerd.
Het proportionaliteitsbeginsel wordt gerespecteerd wanneer de verwerkte gegevens zijn beperkt tot het strikt noodzakelijke om het doel, met name de vrijwaring van de eigen rechten, te verwezenlijken.
Het belang van een betrokkene als verantwoordelijke voor de verwerking, om de beelden ter verdediging van zijn rechten te gebruiken, is groter dan dat van de beklaagde om zich tegen het gebruik ervan te verzetten.
Belangrijk is wel dat het beeldmateriaal op geen enkel moment publiek werd verspreid.
Wanneer het kwestieuze beeldmateriaal werd verkregen middels het plegen van een inbreuk op artikel 8.4 van de Wegcode, moet het in dit opzicht onrechtmatig verkregen bewijs niet worden uitgesloten wanneer vaststaat dat
- de onrechtmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs niet heeft aangetast;
- de onrechtmatigheid van het bewijs de principes van het eerlijk proces niet heeft aangetast;
- de onrechtmatigheid geen schending van een op straffe van nietigheid voorgeschreven bepaling inhoudt.
De vaststelling dat de feiten slechts deels werden opgenomen, het gsm-toestel van beklaagde niet in beslag werd genomen, het beeldmateriaal op het gsm-toestel niet rechtstreeks door de verbalisanten werd gekopieerd en pas enkele dagen na de feiten een DVD werd binnengebracht doet geen afbreuk aan voorgaande beschouwingen.