Artikel 3 van het Strafwetboek bepaalt dat het misdrijf, op het grondgebied van het Rijk door Belgen of door vreemdelingen gepleegd, gestraft wordt overeenkomstig de bepalingen van de Belgische wet (territorialiteitsbeginsel). beschouwd wordt van zodra minstens een van de constitutieve elementen ervan op Belgisch grondgebied is gelokaliseerd (zie ook Cass. 23 januari 1979, Arr.Cass. 1978-79, 575).
De misdrijven vervat in de artikelen 88bis § 2, derde lid en 90quater § 2, derde lid van het Wetboek van Strafvordering hebben betrekking op het weigeren van technische medewerking aan de door de onderzoeksrechter gevorderde maatregel (in dit geval: een afluister- en registratiemaatregel).
De verplichting tot technische medewerking zoals bedoeld in artikel 88bis § 2, derde lid van het Wetboek van Strafvordering moet worden samen gele zen met het bepaalde in artikel 88bis § 2, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, volgens welk ‘iedere operator van een telecommunicatie netwerk en iedere verstrekker van een telecommunicatiedienst de gegevens meedeelt waarom verzocht werd binnen een termijn te bepalen door de Koning’.
De verplichting tot technische medewerking zoals bedoeld in artikel 90quater § 2, derde lid van het Wetboek van Strafvordering moet worden samen gelezen met artikel 90quater § 2, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt: “Indien de maatregel een bewerking op een communicatienetwerk inhoudt, is de operator van dit netwerk of de verstrekker van de telecommunicatiedienst gehouden zijn technische medewerking te verlenen, wanneer de onderzoeksrechter hierom verzoekt.” 3.4 Het verlenen van technische medewerking aan een afluisteren registratie maatregel houdt in dat de nodige informatie, data en/of technische ondersteuning door de operator van het telecommunicatienetwerk of de verstrekker van de telecommunicatiedienst ter beschikking worden gesteld aan de onderzoekers die werden aangewezen om deze maatregel uit te voeren.
Een zinvolle interpretatie van de hoger genoemde bepalingen impliceert dan ook dat het ter beschikking stellen van deze informatie, data en/of technische ondersteuning dient te gebeuren aan de onderzoekers op Belgisch grondgebied.
Op dat vlak is er dan ook geen wezenlijk onderscheid met de verplichting voor de operator van een elektronisch communicatienetwerk of de verstrekker van een elektronische communicatiedienst tot mededeling van de gegevens bedoeld in artikel 46bis § 1 van het Wetboek van Strafvordering, waarover het Hof van Cassatie oordeelde: “Het misdrijf, bepaald in artikel 46bis, § 2, vierde lid, Wetboek van Strafvordering wordt gepleegd op de plaats waar de gevorderde gegevens moeten worden ontvangen. Bijgevolg is de operator of de verstrekker die weigert deze gegevens mee te de/en, in België strafbaar ongeacht zijn plaats van vestiging.’ (Cass. 1 december 2015, AR nr. P.13.2082.N).
De begrippen ‘operator van een (tele)communicatienetwerk’ en ‘verstrekker van een telecommunicatiedienst’ in de artikelen 88bis en 90quater § 2 van het Wetboek van Strafvordering hebben een autonome betekenis, die niet noodzakelijk samenvalt met de betekenis van verwante begrippen terug te vinden in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven of de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.
De dwangmaatregel bepaald in de artikelen 88bis, § 2 en 90quater,§ 2 Sv. geldt ten aanzien van elke operator van een communicatienetwerk of verstrekker van een telecommunicatiedienst die zijn economische activiteit actief op consumenten in België richt.
Die dwangmaatregel vergt geen tussenkomst buiten het Belgische grondgebied. Er zijn voldoende territoriale aanknopingspunten met het Belgische grondgebied waardoor noch de vordering tot medewerking noch de veroordeling wegens niet-naleving van een in België genomen maatregel een uitoefening van extraterritoriale rechtsmacht is. Een verstrekker van een telecommunicatiedienst in de zin van de artikelen 88bis, § 2 en 90quater, § 2 Sv. is ook degene die enkel software ter beschikking stelt van gebruikers om via het internet met andere gebruikers te communiceren.