Een vastgoedmakelaar mag na het vervullen van diens verbintenis geen foto’s en beelden van het aangeboden onroerend goed meer gebruiken voor eigen publicitaire en commerciële doeleinden, behoudens expliciete andersluidende contractuele afspraak.
Een kandidaat-verkoper verstrekt informatie, geeft toestemming tot het bekendmaken van foto’s of camerabeelden, laat inzage in zijn privéomgeving toe met de uitsluitende doelstelling de makelaar in de mogelijkheid te stellen diens contractuele verbintenis te volbrengen, namelijk het vinden van een koper.
Het uitwisselen van die gegevens en het instemmen met het publiek maken van die gegevens wordt steeds geacht doelmatig te gebeuren.
Eens de doelstelling (het vinden van een koper) is bereikt, kan een makelaar er niet van uit gaan dat de betrokken verkoper nog steeds zijn eerdere toestemming aanhoudt om informatie, foto’s en beelden betreffende zijn onroerend goed publiek te maken.
Het staat een vastgoedmakelaar niet vrij deze informatie te gebruiken voor een ander doel. Als een makelaar de tijdens zijn opdracht bekomen informatie wil gebruiken voor eigen publicitaire doeleinden dan dient de makelaar hiervoor uitdrukkelijk de toestemming te krijgen van de verkoper. Deze toestemming zit niet impliciet vervat in het geven van een bemiddelingsopdracht tot verkoop van een onroerend goed.
Een een vastgoedmakelaar kan wel niet vermijden dat eerder gevoerde publiciteit op een ogenblik dat het doel nog niet bereikt was, nadien nog zou circuleren onafhankelijk zijn wil. Doch van een vastgoedmakelaar mag verwacht worden dat hij alle redelijke handelingen stelt om de publiciteit via zijn eigen kanalen of kanalen waartoe hij toegang heeft, stop te zetten na het bereiken van het doel van de bemiddelingsopdracht. Het verwijderen van een uitgebreide fotoreportage op een eigen website of het verwijderen van een promofilm op een mediaplatform waartoe de makelaar toegang heeft, is een minimum wat van een makelaar mag verwacht worden.
Het nalaten hiervan is een fout in hoofde van de makelaar.
De vastgestelde fouten hebben aldus niet tot gevolg dat de makelaar diens recht op commissie zou worden ontzegd. Anderzijds heeft de koper recht op een schadevergoeding.
De koper heeft niet te aanvaarden dat het interieur, indeling, faciliteiten, ... van de woning uitgebreid wordt besproken en in beeld gebracht in een krant dat in de onmiddellijke regio is verspreid geworden in een beduidende oplage, op een ogenblik dat de makelaar dit niet mocht doen.
Dat de notariële akte op het ogenblik van het verspreiden van de krant nog niet was verleden, doet hieraan geen afbreuk. De opzet en kwaliteit van de betrokken krant, maakt het aannemelijk dat deze blijvend zal circuleren en of dat de adressanten deze krant zullen bijhouden.
Eens het onroerend goed van de markt werd gehaald, is het overigens niet ondenkbaar dat «toeristen» - zoals omschreven in de visietekst van de makelaar - die mogelijks de identiteit van de koper kennen of vernomen hebben, net om die reden de beelden en foto’s willen raadplegen.
Ofschoon de fout vaststaat, moet de voorgehouden schade wel gerelativeerd worden.
Als de betrokken krant 3 maanden eerder was verspreid geweest in het kader van de doelstelling van de bemiddelingsopdracht, dan was de situatie grotendeels dezelfde geweest in hoofde van de koper.
De rechtbank begroot de geleden schade in hoofde van de koper ex aequo et bono op 5.000,00 eur.
Ook de verkoper leidt schade doordat derden langere tijd dan nodig, het interieur van de woning hebben kunnen bezichtigen op een ogenblik dat de verkoper nog enige tijd de woning heeft bewoond. Dit betreft een onnodige schending van diens privacy en gemoedsrust. De rechtbank begroot ook die geleden schaden op 5.000,00 eur;