Het Hof van Cassatie heeft in dit alhier besproken arrest van 2025 een belangrijk principe bevestigd: rechters moeten extra opletten bij het opleggen van proceskosten aan consumenten die een rechtszaak voeren tegen oneerlijke contractvoorwaarden.
Waar ging het over?
Twee consumenten hadden een huurovereenkomst gesloten, maar trokken zich terug vóór de startdatum. De verhuurder eiste een vergoeding (de zogenoemde "wederverhuringsvergoeding"). De rechtbank kende die eerst toe, maar het Hof van Beroep vernietigde dat eerdere vonnis en verklaarde de vergoeding ongeldig omdat het contract een oneerlijk beding bevatte.
Toch besliste de rechter in de nieuwe uitspraak dat beide partijen de helft van de proceskosten moesten betalen. De consumenten gingen tegen die beslissing in cassatie.
Wat zegt het Hof van Cassatie?
Volgens het Hof mag een rechter in consumentenzaken de kosten niet zomaar verdelen zonder na te gaan of dit de consument niet zou ontmoedigen om naar de rechter te stappen. Artikel 1017 Ger.W. laat kostenverdeling toe, maar die moet in lijn zijn met het Europese recht, meer bepaald met de Richtlijn 93/13/EEG over oneerlijke bedingen in consumentencontracten.
Het Hof verwijst naar Europese rechtspraak die zegt dat nationale regels geen obstakel mogen vormen voor consumenten om hun rechten uit te oefenen. Als proceskosten te hoog worden voor de consument, kan dat een afschrikkend effect hebben. Dat is in strijd met het zogenoemde doeltreffendheidsbeginsel van het EU-recht.
Wat betekent dat concreet?
De rechter moet bij de beslissing over de kosten dus rekening houden met:
-
de verhouding tussen de kosten en het (gedeeltelijk) gelijk van de consument, en
-
de mogelijke ontmoedigende werking van de kostenregeling.
Zelfs een verdeling van de kosten bij helften (wat vaak automatisch gebeurt als beide partijen deels in het ongelijk worden gesteld) is niet altijd aanvaardbaar in een consumentencontext.
De rechter moet motiveren dat de consument niet is afgeschrikt of ontmoedigd, vooral wanneer die te goeder trouw een onrechtmatig contractueel beding aanvecht. Doet hij dat niet, dan is de beslissing juridisch fout. Dat was hier het geval, dus werd het vonnis vernietigd wat betreft de kostenregeling.
Waarom is dit belangrijk?
Deze uitspraak bevestigt dat consumenten bijzondere bescherming genieten bij het voeren van rechtszaken over oneerlijke contractvoorwaarden. Rechters kunnen proceskosten niet zomaar volgens vaste gewoontes opleggen. Ze moeten per geval nagaan of de kostenregeling de toegang tot de rechter niet in gevaar brengt.
Voor consumenten betekent dit dat ze meer kans hebben om hun proceskosten terugbetaald te krijgen, ook als ze maar gedeeltelijk gelijk krijgen. Voor bedrijven betekent het dat ze zorgvuldiger moeten omspringen met standaardcontracten, want proceskosten kunnen hen volledig worden aangerekend als blijkt dat ze te kwader trouw handelden.
Slotbedenking
Het Hof maakt met deze uitspraak duidelijk dat recht hebben ook betekent: effectief toegang krijgen tot het recht, zonder afgeschrikt te worden door kosten. Dit arrest verplicht rechters om daar actief op toe te zien in consumentenzaken.