Het Hof van Cassatie verduidelijkte twee belangrijke punten: enerzijds over de strafbaarheid van voorbereidende handelingen bij drugshandel, anderzijds over de toepassing van het Europees Aanhoudingsbevel.
1. Voorbereidende handelingen bij drugshandel
De wetgever heeft de bedoeling om niet alleen de effectieve drugshandel te bestraffen, maar ook de voorbereidende stappen die daaraan voorafgaan. Dat betekent dat ook op zichzelf legale handelingen strafbaar kunnen zijn als ze met een strafbare intentie worden uitgevoerd.
Een voorbeeld is het organiseren van transporten met dekladingen: legale goederen die dienen om drugs te verbergen of de indruk te wekken dat een transport volledig legaal is. Het maakt daarbij niet uit of die goederen op zich toegestaan zijn. Als ze worden gebruikt om drugstransporten voor te bereiden, kunnen ze als een strafbare voorbereidende handeling worden beschouwd. Het feit dat een transport economisch geen nut heeft, kan een aanwijzing zijn dat het om een deklading gaat.
Het Hof bevestigde dat dit systeem niet strijdig is met het legaliteitsbeginsel: de strafbaarstelling is voldoende duidelijk en voorzienbaar.
2. Europees Aanhoudingsbevel
Ook over het Europees Aanhoudingsbevel bracht het Hof verduidelijking:
-
De verplichte vermeldingen (zoals tijdstip, plaats en rol van de betrokkene) dienen om duidelijkheid te scheppen, maar een gebrek daaraan leidt niet automatisch tot nietigheid. Die gegevens mogen ook in andere documenten staan, zoals het nationale aanhoudingsbevel dat aan het Europees Aanhoudingsbevel is gekoppeld.
-
Voor feiten die vallen onder de lijst van strafbare domeinen, zoals illegale handel in verdovende middelen, geldt dat geen toets aan de dubbele incriminatie vereist is. Ook deelneming aan georganiseerde drugshandel valt daaronder.
-
Het specialiteitsbeginsel (een persoon mag enkel vervolgd worden voor de feiten waarvoor hij is overgeleverd) kent uitzonderingen. Zo kan iemand vervolgd worden voor andere feiten, zolang die vervolging niet leidt tot een vrijheidsbeperkende maatregel. Pas als een vrijheidsstraf effectief wordt uitgevoerd, is toestemming van de overleverende staat nodig. Een veroordeling op zich is dus nog geen beperking van de vrijheid.
FAQ
1. Kan een legale activiteit toch strafbaar zijn als voorbereidende handeling?
Ja. Als de activiteit bedoeld is om drugshandel mogelijk te maken, zoals het opzetten van dekladingen, kan ze strafbaar zijn.
2. Is het begrip “deklading” wettelijk gedefinieerd?
Nee. Het wordt verstaan in zijn gewone betekenis: legale goederen die gebruikt worden om drugstransporten te maskeren of te legitimeren.
3. Moet een Europees Aanhoudingsbevel alle feiten zelf volledig omschrijven?
Niet noodzakelijk. De informatie mag ook in andere stukken staan die samen met het bevel aan de uitvoerende autoriteit worden voorgelegd.
4. Hoe zit het met dubbele incriminatie bij drugsfeiten?
Voor feiten die onder de lijst van de Wet Europees Aanhoudingsbevel vallen, zoals drugshandel, is een toets aan de dubbele incriminatie niet nodig.
5. Wat is de uitzondering op het specialiteitsbeginsel?
Een persoon kan vervolgd worden voor andere feiten dan waarvoor hij is overgeleverd, zolang die vervolging niet gepaard gaat met een effectieve vrijheidsbeperking. Wordt later een gevangenisstraf uitgesproken, dan kan de uitvoering pas starten na toestemming van de overleverende staat.