In een arrest van het het hof van beroep te Brussel zoals hier verder weergegeven wordt verduidelijkt hoe ver de aansprakelijkheid van een principaal reikt voor de handelingen van een agent in bank- en beleggingsdiensten.
1. Wettelijk uitgangspunt
Artikel 10, § 4 van de Wet Financiële Bemiddeling bepaalt dat een agent in bank- en beleggingsdiensten handelt onder de volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van zijn principaal, voor zover hij bemiddelt in bank- en beleggingsdiensten van die principaal.
2. Beperkingen van deze aansprakelijkheid
De principaal kan niet aansprakelijk worden gehouden wanneer:
-
het product bij de verkoop werd gepresenteerd als een verzekeringsproduct door een verzekeringsmakelaar, ook al blijkt later dat dit product juridisch een ander karakter heeft;
-
de agent bancaire producten verkoopt van een andere principaal, in strijd met zijn exclusiviteitsverplichting;
-
de agent de klant in contact brengt met een derde die geen gereglementeerde onderneming is in de zin van de wet.
3. Toepassing in de zaak
In de concrete zaak betrof het een zogenaamd Kobli-product. Dit product werd aangeboden en verkocht als een verzekeringsproduct, met typische kenmerken zoals een onzeker voorval (overlijden), een verzekerbaar belang, premie en een verzekeringsprestatie.
-
Het product was opgesteld en ondertekend door een verzekeringsmakelaar.
-
Betalingen gebeurden rechtstreeks aan de verzekeringsmakelaar, niet aan de bank.
-
Er waren geen sporen van de transactie in de effectenrekening of administratie van de bank.
Het hof besloot daarom dat de bank niet aansprakelijk kon worden gesteld voor verliezen. Zelfs indien het product als bancair zou worden beschouwd, zou de verkoop buiten het mandaat van de agent zijn gevallen.
4. Praktisch belang
Deze uitspraak bevestigt dat de bescherming van artikel 10, § 4 Wet Financiële Bemiddeling niet onbeperkt is. De principaal is enkel aansprakelijk voor activiteiten die effectief onder zijn toezicht en mandaat vallen. Klanten die via een verzekeringsmakelaar of via een agent die buiten zijn exclusiviteit optreedt een product kopen, kunnen de bank niet zomaar aanspreken voor schade.
FAQ – Aansprakelijkheid van banken voor handelingen van hun agenten
Wat zegt de wet over agenten in bank- en beleggingsdiensten?
Een zelfstandig bankagent werkt onder de volledige verantwoordelijkheid van de bank waarvoor hij optreedt. De bank moet dus instaan voor wat de agent doet binnen zijn officiële mandaat.
Betekent dit dat de bank altijd aansprakelijk is?
Nee. De bank is enkel aansprakelijk als de agent echt handelt binnen zijn rol als tussenpersoon voor bank- en beleggingsproducten van die bank.
Wanneer is de bank niet aansprakelijk?
De bank kan niet verantwoordelijk worden gehouden wanneer:
-
het product verkocht werd als een verzekeringsproduct door een verzekeringsmakelaar, zelfs als later blijkt dat het geen “echt” verzekeringsproduct was;
-
de agent producten van een andere bank verkoopt, wat hij niet mag doen;
-
de agent klanten in contact brengt met een niet-erkende derde partij in plaats van met de bank zelf.
Wat was er in deze zaak aan de hand?
Het ging om een zogenaamd Kobli-product. Dat werd verkocht als een verzekeringsproduct en niet als een bankproduct:
-
de contracten werden opgesteld en ondertekend door een verzekeringsmakelaar;
-
betalingen gebeurden rechtstreeks aan die makelaar, niet aan de bank;
-
het product kwam niet voor op de rekeninguittreksels of de effectenrekening van de klanten.
Daarom besloot het hof dat de bank niet aansprakelijk was voor de verliezen.
Wat als het product tóch een bankproduct zou zijn geweest?
Zelfs dan zou de bank niet aansprakelijk zijn, want de agent had in dat geval buiten zijn mandaat gehandeld door een product te verkopen dat niet van zijn eigen principaal-bank kwam.
Wat betekent dit voor klanten?
Wie een product koopt dat buiten de officiële werking van een bankagent valt, kan de bank niet zomaar verantwoordelijk stellen bij problemen. Het is dus belangrijk goed na te gaan of een product werkelijk door de bank wordt aangeboden of door een andere tussenpersoon.