Een observatie met gebruik van technische hulpmiddelen kan enkel gemachtigd worden wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat de strafbare feiten een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kunnen hebben.
Observatie in de zin van dit wetboek is het stelselmatig waarnemen door een politieambtenaar van één of meerdere personen, hun aanwezigheid of gedrag, of van bepaalde zaken, plaatsen of gebeurtenissen.
“Een stelselmatige observatie in de zin van dit wetboek is een observatie van meer dan vijf opeenvolgende dagen of van meer dan vijf niet-opeenvolgende dagen gespreid over een periode van een maand, een observatie waarbij technische hulpmiddelen worden aangewend, een observatie met een internationaal karakter, of een observatie uitgevoerd door de gespecialiseerde eenheden van de federale politie.
Een technisch hulpmiddel in de zin van dit wetboek is een configuratie van componenten die signalen detecteert, deze transporteert, hun registratie activeert en de signalen registreert, met uitzondering van de technische middelen die worden aangewend om een maatregel als bedoeld in artikel 90ter uit te voeren.
Een toestel gebruikt voor het nemen van foto’s wordt uitsluitend beschouwd als een technisch hulpmiddel in de zin van dit Wetboek in het geval bedoeld in artikel 56bis, tweede lid”.
Alleen de onderzoeksrechter kan bovendien een observatie machtigen, zoals bedoeld in artikel 47sexies, met gebruik van technische hulpmiddelen om zicht te verwerven in een woning, of in de door deze woning omsloten eigen aanhorigheid in de zin van de artikelen 479, 480 en 481 van het Strafwetboek, of in een lokaal dat aangewend wordt voor beroepsdoeleinden of de woonplaats van een advocaat of een arts zoals bedoeld in het derde lid, wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat de strafbare feiten een misdrijf uitmaken of zouden uitmaken zoals bedoeld in artikel 90ter, §§ 2 tot 4, of gepleegd worden of zouden worden in het kader van een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek”.
6. Een warmtebeeldcamera is een toestel dat wordt gebruikt voor warmtefotografie, waarbij op afstand opnames kunnen worden gemaakt van objecten die warmte uitstralen en waarbij de warmteverschillen vertaald of omgezet worden in verschillende kleurschakeringen.
Een dergelijk toestel beantwoordt aan het begrip “toestel gebruikt voor het nemen van foto’s”, zoals bedoeld in art. 47sexies, § 1, laatste lid Sv. en kan enkel worden beschouwd als een “technisch hulpmiddel” in de zin van art. 47sexies, § 1, derde lid Sv., wanneer het wordt gebruikt in het raam van een inkijkoperatie, zoals bedoeld in art. 56bis, tweede lid Sv.
Een warmtebeeldcamera detecteert en meet enkel warmteverschillen aan de buitenoppervlakten van de gefotografeerde objecten zonder concrete of gedetailleerde beelden op te leveren betreffende de aanwezigheid of de gedragingen van personen binnen in de woning, de aanwezigheid van zaken in de woning of van gebeurtenissen die zich binnen in de woning voordoen.
Het gebruik van een warmtebeeldcamera maakt het niet mogelijk om zicht te verwerven in een woning of in de door een woning omsloten eigen aanhorigheid in de zin van art. 479, 480 en 481 Sw. of in een lokaal dat wordt aangewend voor beroepsdoeleinden of de woonplaats van een advocaat of een arts. Het gebruik van een warmtebeeldcamera kan bijgevolg niet worden beschouwd als het gebruik van een technisch hulpmiddel bij een inkijkoperatie.