De feitenrechter oordeelt onaantastbaar of de oorzaak van een abnormaal verbruik kan worden beschouwd als een verborgen oorzaak; het Hof gaat alleen na of de feitenrechter uit de door hem vastgestelde feiten geen gevolgen afleidt die daarmee geen verband houden of daaruit onmogelijk kunnen worden afgeleid.
De saneringsbijdrage is verschuldigd op het waterverbruik, namelijk op de door de klant afgenomen hoeveelheid water zoals deze blijkt uit de meterstand, ongeacht of dit water effectief verontreinigd is, onverminderd de mogelijkheid om in bepaalde gevallen om sociale, economische of ecologische redenen van de betaling van deze bijdrage te worden vrijgesteld.
Art. 19 van het Besluit van 8 april 2011 van de Vlaamse Regering houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk:
" Art. 19.De klant kan binnen zes maanden na de factuurdatum van de verbruiksfactuur of eindfactuur een verzoek tot minnelijke schikking indienen bij de exploitant in geval van een afwijkend verbruik.
De klant blijft gehouden tot betaling van het deel van de verbruiksfactuur en eindfactuur waarvoor geen minnelijke schikking werd aangevraagd.
[3 De exploitant berekent het abnormaal hoge verbruik, namelijk het totale verbruik van de verbruiksperiode met het abnormaal hoge verbruik, verminderd met het verbruik dat voor de verbruiksperiode in kwestie op basis van het gemiddelde jaarverbruik kon worden verwacht.]3
[1 De klant heeft recht op een minnelijke schikking voor het abnormaal hoge verbruik als aan de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de klant heeft gehandeld als een goede huisvader;
2° het abnormaal hoge verbruik is het gevolg van een verborgen oorzaak. Onder een verborgen oorzaak wordt ten minste verstaan :
a) lekken in ondergrondse leidingen;
b) lekken in leidingen die in de vloer zijn ingewerkt;
c) lekken in ontoegankelijke kruipruimtes;
d) lekken in een meterput;
e) mits aan de gangbare wettelijke en technische voorschriften voor de binneninstallatie is voldaan na herstelling :
1° een overdrukventiel aan een warmwaterproductie of een waterontharder die blijft lopen;
2° een defect aan een waterbehandelingsapparaat die meer spoelt dan vroeger, of een bijvulinstallatie voor regenwater die meer bijvult dan gewenst;
3° het abnormaal hoge verbruik, herrekend op jaarbasis, moet het gemiddelde jaarverbruik met minstens [3 50%]3 overschrijden [3 of]3 minimaal 100 m3 bedragen. Als er geen historische verbruiksgegevens bestaan, wordt het gemiddelde jaarverbruik bepaald via een opname van de meterstand drie maanden na de herstelling van de oorzaak van het abnormaal hoge verbruik;
4° de oorzaak van het abnormaal hoge verbruik moet worden vastgesteld door de exploitant of moet door de klant bewezen worden door de herstellingsfactuur;
5° de oorzaak van het abnormaal hoge verbruik moet hersteld of weggenomen zijn. De exploitant kan in dit kader een keuring van de binneninstallatie opleggen waarvan de kosten ten laste zijn van de klant;
6° er is geen sprake van kwaad opzet of bedrog;
7° het abnormaal hoge verbruik wordt niet in stand gehouden door een inbreuk op de gangbare wettelijke en technische voorschriften voor de binneninstallatie.
Als aan de voorwaarde voor een minnelijke schikking voor een abnormaal hoog verbruik is voldaan, geldt de volgende regeling :
[2 1° het gemiddelde jaarverbruik wordt per component aangerekend tegen het berekende variabele tarief dat van toepassing is;
2° als de klant geen onderneming is of als de klant een vereniging van mede-eigenaars is die het door de exploitant geleverde water hoofdzakelijk gebruikt om te voorzien in de huishoudelijk behoeften, wordt het abnormaal hoge verbruik als volgt aangerekend:
a) maximaal [3 25%]3 van het berekende variabele tarief voor het abnormaal hoge verbruik tot en met 300 mü per wooneenheid [3 als de klant in de progressieve tariefstructuur zit en maximaal 50% als de klant in de vlakke tariefstructuur zit]3;
b) maximaal [3 5%]3 van het berekende variabele tarief voor het abnormaal hoge verbruik vanaf 300 mü per wooneenheid [3 als de klant in de progressieve tariefstructuur zit en maximaal 10% als de klant in de vlakke tariefstructuur zit]3;
3° als de klant een onderneming of een vereniging van mede-eigenaars is die het door de exploitant geleverde water niet hoofdzakelijk gebruikt om te voorzien in de huishoudelijke behoeften, wordt het abnormaal hoge verbruik aangerekend tegen maximaal [3 25%]3 van het berekende variabele tarief [3 als de klant in de progressieve tariefstructuur zit en maximaal 50% als de klant in de vlakke tariefstructuur zit]3.]2]1
[2 Het berekende variabele tarief per component is de verhouding van de variabele prijs vermeld op de verbruiksfactuur of eindfactuur waarvoor de klant een verzoek tot minnelijke schikking indiende bij de exploitant en het verbruik waarop de verbruiksfactuur of eindfactuur betrekking heeft.]2
De exploitant legt een procedure voor een minnelijke schikking vast en bezorgt die voor kennisgeving aan de toezichthoudende ambtenaar en de economisch toezichthouder.
----------
(1)<BVR 2013-12-06/15, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2014>
(2)<BVR 2016-02-05/23, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(3)<BVR 2019-05-24/02, art. 27, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2019>"