Het hoger beroep voor de politierechtbank tegen de GAS boete werd precies ingevoerd om de (vermeende) overtreder in staat te stellen de juistheid van de beslissing van de ambtenaar te laten toetsen door een rechter. Dit impliceert dat de rechter de regelmatigheid van de administratieve procedure moet toetsen ten aanzien van de internationale normen (bv. E.V.R.M.), de grondwettelijke normen (bv. art. 10 en 11 G.W.) en de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen. Het gaat hier om normen die betrekking hebben op de openbare orde, zodat de aanwezigheid van het openbaar ministerie in het raam van zijn adviesbevoegdheid, geregeld in art. 138 Ger. W., aangewezen voorkomt
De gemeentelijke administratieve sancties zijn bedoeld voor het publiek in het algemeen en hebben een repressieve bedoeling. Ze hebben een algemeen en repressief karakter en zijn (zoals de sancties in de Voetbalwet) van strafrechtelijke aard in de zin van art. 6 E.V.R.M. Het is dan ook logisch dat het openbaar ministerie advies geeft.
De rol van de rechter bij verstek
Het verstek mag niet worden beschouwd als een instemming met de vordering, maar er moet integendeel vanuit gegaan worden dat de versteklatende partij zowel de bevoegdheid van de rechtbank, als de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de vordering betwist, zodat de rechter de zaak in alle opzichten nauwkeurig moet onderzoeken
Verstek is een wijze van betwisting, zodat de rechter ook bij verstek van een partij de zaak nauwkeurig en in alle opzichten moet onderzoeken De rechtbank moet naast onder meer de bevoegdheid en de toelaatbaarheid van de vordering, ook de gegrondheid ervan nagaan en zij moet alle middelen onderzoeken waarop de verstekdoende partij zich zou kunnen beroepen, zelfs middelen die niet de openbare orde raken
Art. 119bis, § 9, Gem.W. bepaalt dat de ambtenaar aan de vermeende overtreder een aangetekende brief moet bezorgen, waarin hij hem onder meer laat weten dat hij het recht heeft om mondelinge verdediging te vragen van zijn zaak.
De burger kan vragen om te worden gehoord en met toepassing van art. 119bis, § 9, Gem.W. Alsdan moet de ambtenaar bijgevolg de burger uitnodigen om mondeling zijn verdediging voor te dragen.
Bij gebreke hieraan is het recht van verdediging wel degelijk onherstelbaar geschonden en is de beslissing aangetast door nietigheid.