Ter terechtzitting kunnen ook mondelinge akkoorden door de rechter worden vastgesteld.
Hierbij dient evenwel omzichtig gehandeld.
De partijen die op de terechtzitting aanwezig zijn dienen alsdan gemachtigd zijn om akkoorden te sluiten. Dit brengt met zich mede dat hoe dan ook alle betrokken partijen ter zitting aanwezig dienen te zijn teneinde hun akkoord kenbaar te maken, minstens dat deze betrokken partijen vertegenwoordigd zijn door hun advocaat die in het bezit moet zijn van een bijzondere volmacht tot het sluiten van een (deel)akkoord.
Het loutere feit dat in een vonnis melding wordt gemaakt van een akkoord volstaat niet als rechtsgeldig bewijs van dit beweerde akkoord, wanneer dit akkoord geen enkele steun vindt in het proces-verbaal van de zitting, noch in een ander schriftelijk bewijs.
Wat ter zitting gebeurt, kan niet bewezen worden aan de hand van een loutere vermelding in het vonnis (en al helemaal niet wanneer dit betwist wordt), indien deze vermelding geen enkele steun vindt in een ander stuk van de rechtspleging, het zittingsblad meer in het bijzonder.
Zonder geschreven en aldus rechtsgeldig bewijs van een akkoord, kan er géén akkoord worden vastgesteld middels vonnis.
Een akkoordvonnis is en blijft echter ook een vonnis. De kwalificatie als vonnis verklaart waarom een akkoordvonnis niet kan worden aangevochten door middel van een vordering tot nietigverklaring, zoals bij een overeenkomst die bij notariële akte is opgesteld. Het in artikel 20 Ger.W. wettelijk verankerd gesloten rechtsmiddelensysteem verzet zich daartegen. Indien de partijen de overeenkomst (negotium) wensen aan te vechten, dienen zij een rechtsmiddel aan te wenden tegen het vonnis (instrumentum).
Er is een rechtsmiddel mogelijk indien het "akkoordvonnis" geen getrouwe weergave is van het tussen partijen gesloten akkoord. Dat geen vernietiging van de overeenkomst werd ingeroepen is niet dienend. De niet wettelijk tot stand gekomen overeenkomst waarnaar artikel 1043 Ger.W. verwijst, betreft slechts het akkoord van partijen maar niet de libel lering van dit akkoord door de rechter.
Er is immers slechts sprake van een akkoordvonnis wanneer het vonnis de tussen partijen gemaakte overeenkomst getrouw weergeeft. Het vonnis waarbij de tussen partijen gesloten overeenkomst door de rechter wordt gewijzigd, is geen akkoordvonnis en is voor voorziening vatbaar.
De hypothese waarin de rechter de overeenkomst niet correct verwoordt, is derhalve geen kritiek op de overeenkomst maar op het vonnis. Het jurisdictioneel instrumentum congrueert dan niet met het contractueel negotium. Dit gegeven is niet toerekenbaar aan de procespartijen maar aan de rechter.
zie ook: www.elfri.be - Rechtspraak - Hoger beroep tegen akkoordvonnis dat niet geldig/wettig is tot stand gekomen of strijdig is met de openbare orde
Artikel 1209, §§ 1 tot 3 Ger.W. bepalen:
"§ 1. De rechtbank beslist over alle geschillen die bij haar aanhangig worden gemaakt, met dien verstande dat zij de oplossing kan uitstellen tot het vonnis van homologatie wordt gewezen, en verleent de partijen akte van hun eventuele akkoorden.
- 2. De door de rechtbank vastgestelde akkoorden gelden als vonnis bedoeld in artikel 1043.
- 3. Het vonnis waarin het akkoord van de partijen over de verkoop, openbaar of uit de hand, van alle of een deel van de goederen wordt vastgesteld, machtigt de notaris-vereffenaar ertoe over te gaan tot deze verkoop, indien hij daartoe door ten minste een partij wordt verzocht.