Het auteursrecht kan slechts gelden met betrekking tot materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan. Een intellectuele schepping is een eigen schepping van de auteur wanneer zij de uitdrukking vormt van diens persoonlijkheid. Dat is het geval wanneer de auteur bij het maken van het werk zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzen.
Origineel ontwerp van een architect en de uitvoerende instructies daartoe zijn wel degelijk auteursrechtelijk beschermd.
Een architect wordt in beginsel beschermd in zijn hoedanigheid van schepper van lijnen, vormen en volumes en heeft recht op bescherming van de auteurswet zodra hij elementen en/ of materialen verwerkt in een originele vorm, die aan het werk een persoonlijk karakter verlenen.
Wanneer een foto gemaakt wordt door een professionele fotograaf, dient te worden aangenomen dat deze foto tot stand is gekomen na een intellectuele inspanning van de fotograaf waarbij getracht wordt een feit of een gebeurtenis op een welbepaalde wijze en met een bepaald gewenst effect in beeld te brengen.
De originaliteit ligt hem precies in de belichting, de opnamehoek en de achtergrond.
Al wie een werk wil gebruiken heeft de plicht om na te gaan of het werk beschermd is door het auteursrecht. Wanneer de fotograaf verscheidene keuzes heeft gemaakt met betrekking tot de gezichtshoek, de duur van de belichting, het moment van de opname, de samenstelling, ... Is het verkregen resultaat de vrucht van een bekwaamheid en van een intellectuele inspanning van de auteur en geniet hij bijgevolg de bescherming van het auteursrecht.
Het is niet omdat een auteur werkt onder een vennootschap dat het auteursrecht zonder meer overgaat op de rechtspersoon. [ ... ]
Auteursrechten komen in beginsel toe aan de natuurlijke persoon, die creatief is geweest.
Alhoewel auteursrechten kunnen overgedragen worden aan een rechtspersoon, dient een en ander bewezen te worden. Krachtens artikel Xl.167, 5 1, Wetboek van Economisch Recht zijn auteursrechtelijke vermogensrechten roerende rechten die vatbaar zijn voor gehele of gedeeltelijke overdracht volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.
Zij kunnen onder meer worden vervreemd. Ten aanzien van de auteur worden alle contracten schriftelijk bewezen. Hieruit volgt dat het bewijs van de overdracht van auteursrechten ten aanzien van de auteur van het werk moet worden geleverd door een geschrift (zie recent nog: Cass. 18 juni 2020 - C.19.0017.NI www.cass.be).
De schade van een auteur (in casu architect) bestaat eruit dat het door hem werden ontworpen werk wordt gebruikt (te dezen tentoongesteld op een site) zonder vermelding van de naam van de auteur. De materiële schade van een architect naar aanleiding van de publicatie van foto's van de door hem getekende gebouwen zonder dat zijn naam wordt vermeld, wordt aanzien als het verlies van een kans op het verwerven van een architectenopdracht.
Het verlies van voormelde kans zou niet zijn ontstaan, zoals deze in concreto is ontstaan, zonder de publicatie in kwestie met schending van het auteursrecht van de architect. De architect is met toepassing van artikel 1382-1383 BW gerechtigd op een schadevergoeding.
Door een foto van een fotograaf zonder meer over te nemen lijdt de fotograaf directe schade. Door de niet vermelding van de naam lijdt deze ook morele schade.
Bij niet vermelding van de naam van de fotograaf van de fotograaf op een fotoreproductie mist de auteur een kans om als fotograaf een zekere naambekendheid te verwerven en lijdt hij tevens morele schade, nu blijkt dat een kunstenaar immers voldoening put uit de erkenning van zijn werk.
De omvang van deze schade is niet exact te becijferen.
Richtlijnen van Sofam, beheersvennootschap gespecialiseerd in de visuele kunsten, kunnen per analogie worden toegepast. Met multiplicators wordt evenwel met omzichtigheid in de rechtspraak omgesprongen.
Wanneer een werk gereproduceerd wordt zonder voorafgaande toestemming van de auteur wordt er in dezelfde tarieven in een schadevergoeding voorzien van 200% van het basisrecht. Hiervoor werd te dezen aanspraak gemaakt op € 493,44.