Het hof is van oordeel dat de stakingsrechter niet bevoegd is om te oordelen over de betwisting of de licentieovereenkomst met betrekking tot het werk "Le Docte 2" door de appellanten al dan niet op rechtmatige wijze werd beëindigd. Artikel 87, §1 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, hierna de Auteurswet, biedt daartoe geen rechtsgrond.
Hetzelfde geldt voor de wederzijdse vorderingen van de partijen die een voorafgaande beoordeling van die contractuele betwisting vereisen.
De erfgenamen van de auteur zijn titularis van de morele rechten op de werken "Le Docte 1" en "Le Docte 2", inbegrepen het recht op eerbied. Zij kunnen die rechten derhalve in eigen naam uitoefenen.
Krachtens artikel 1, §2 Auteurswet, heeft de auteur het recht op eerbied voor zijn werk dat het hem mogelijk maakt zich te verzetten tegen elke wijziging van zijn werk. Niettegenstaande enige afstand, behoudt de auteur het recht om zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere wijziging van dit werk dan wel tegen enige andere aantasting van het werk, die zijn eer of zijn reputatie kunnen schaden.
Er is slechts sprake van een miskenning van het recht op eerbied, mits wordt aangetoond dat: een beschermd werk een wijziging, een misvorming, een verminking of een aantasting heeft ondergaan; daardoor de eer of de reputatie van de auteur van dat werk wordt geschaad.
Het hof is van oordeel dat van een wijziging, zelfs contextueel, slechts sprake is wanneer door de persoon aan wie het recht van eerbied wordt tegengeworpen (hier de geïntimeerde) zonder toestemming van de auteur een wijziging aan het oorspronkelijke werk werd aangebracht, hetgeen een handeling of een actief ingrijpen van de betrokkene vereist.
Aan die voorwaarde is hier niet voldaan. Door de geïntimeerde werd aan die werken geen enkele wijziging aangebracht, ook niet contextueel of inzake de bestemming. Het betreft inderdaad nog steeds een uitgave van professionele juridische literatuur.