Indien een lasthebber buiten voldoende vertegenwoordigingsmacht gehandeld heeft kan de rechtshandeling toch rechtstreeks toegerekend worden aan de lastgever, in de mate deze geregulariseerd wordt (artikel 1998, tweede lid, B.W.). Bekrachtiging is niet alleen mogelijk wanneer een lasthebber buiten zijn vertegenwoordigingsmacht is opgetreden, maar evenzeer wanneer die persoon zonder of op grond van een nietig mandaat optrad. Ook een schijnmandaat kan worden bekrachtigd (B. Tilleman, "Lastgeving", A.PR. 1997, blz. 203, nr. 397).
Dergelijke regularisatie veronderstelt de wil tot bekrachtiging, namelijk de wil zich de handeling, die hem oorspronkelijk vreemd was, rechtstreeks toe te eigenen (vgl. B. TILLEMAN, "Lastgeving", A.PR. 1997, blz. 411, nrs. 397 e.v.). De bekrachtiging kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren en het bewijs dat moet worden geleverd door diegene die de bekrachtiging inroept, kan door alle middelen van recht geleverd worden
Een bekrachtiging kan stilzwijgend geschieden. Weliswaar is dan vereist dat de bekrachtiging wordt afgeleid uit handelingen die, bij diegenen die ze stellen met zekerheid wijzen op de bedoeling om de handeling, die buiten of zonder vertegenwoordigingsmacht werd gesteld, te bekrachtigen. (cfr. Luik, 8 januari 1982, J.L.M.B. 1982, 293-294, derde alinea; H. DE PAGE, V, blz. 437, nr. 446).
Een stilzwijgende bekrachtiging zal onder meer worden afgeleid uit het feit dat een bepaalde handeling geen reactie uitlokt van de lastgever, terwijl een normale zorgvuldige lastgever handelend in dezelfde omstandigheden uitdrukkelijk zou reageren tegen een dergelijk onbevoegd optreden van de lasthebber. In dat geval is er sprake van een omstandig stilzwijgen.
Wanneer men zonder voorbehoud te maken voordeel haalt of aanvaardt uit de te bekrachtigen handeling, kan hieruit een stilzwijgende bekrachtiging voortvloeien.