Het bestaan van een publiekrechtelijk recht van overgang kan niet lichtvaardig worden aangenomen en het regime is verschillend naargelang de weg in de Atlas de Buurtwegen is opgenomen of niet
als de weg is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen en aldus erkend is, is er een wettelijke titel en het feitelijk en deugdelijk bezit van de buurtweg gedurende de verkorte verjaringstermijn van tien of twintig jaar zal dan volstaan om het karakter van buurtweg te verkrijgen (hypothese 1)
als de weg niet in de Atlas der Buurtwegen is opgenomen, moeten de regels van dertigjarige verkrijgende verjaring worden toegepast om te beoordelen of een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van overgang is ontstaan (hypothese 2)
Wanneer de vermelding in de Atlas niet duidelijk genoeg is (bijvoorbeeld omdat bij de weg zelfs niet vermeld 'chemin' of 'sentier' en er bij het betwiste gedeelte zelfs helemaal geen vermelding of aanduiding, kunnen andere plannen niet verhelpen en kan er geen sprake zijn van enige buurtweg.
In dit geval dient beroep gedaan op de dertigjarige verkrijgende verjaring en zal dus bezit voorhanden moet zijn dat voldoet aan alle voorwaarden van artikel 2229 van het oud Burgerlijk Wetboek en dus een voortdurend, onafgebroken, ongestoord, openbaar en ondubbelzinnig karakter moet hebben. Dit kan aangetoond worden met alle middelen van recht.
Het simpele feit dat de weg er ligt, is onvoldoende als bewijs van het publiekrechtelijk karakter ervan. Lang niet alle wegen zijn openbaar.
Een mogelijke vraag van geïntimeerden aan de gemeentebalie van om de weg te mogen afsluiten ten behoeve van renovatiewerken aan hun woning, houdt geen erkenning in van het publiekrechtelijk karakter van die weg.
Het gebruik door een enkele wandelaar met zijn hond zoals een gebuur, kan niet beschouwd worden als een erkenning van het publiek karakter van de weg.
Bewijselementen die het publiek karakter van de weg juist tegenspreken, kunnen zijn:
- het gegeven dat er reeds gedurende een zeer lange tijd bordjes met de vermelding 'verboden toegang' aanwezig zijn
- de afwezigheid van publieke verlichting
- de inplanting van de straatnaamborden 'S' waar een bord geplaatst is waar deze weg vlak voor de private eigendom van geïntimeerden eindigt
- de afwezigheid van verharding of enige openbare werken
- het gegeven dat niet zeker is dat de weg twee andere (openbare) wegen met elkaar verbindt
- de vermelding over de afwezigheid van gekende erfdienstbaarheden
- de vaststelling van de eerste rechter dat hij tijdens de plaatsopneming over een tijdspanne van 80 minuten enkel een auto van de Post en geen enkel ander voertuig heeft opgemerkt
Wanneer de gemeente er aldus niet in slaagt om het publiek karakter van de weg te bewijzen kan zij de weg niet als buurtweg aanzien of in gebruik nemen. Doet zij dit toch dan is zij gehouden tot schadevergoeding, terwijl de rechter verder gebruik als buurtweg kan verbieden.
Let wel De wet op de buurtwegen werd afgeschaft door het decreet van 10 april 2019.
Alle gemeentelijke wegen en buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen die bestaan op 1 september 2019, worden voor de toepassing van dit decreet geacht een gemeenteweg te zijn.
De gemeenteweg wordt een alomvattend begrip en omvat dus ook de trage wegen die voorheen geen buurtweg waren, zodat het decreet op de gemeentewegen een alomvattende regeling betreft.
Een gemeenteweg is een openbare weg die onder het rechtstreeks en onmiddellijk beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond
De algemene rooiplannen, de rooilijnplannen en de plannen voor de begrenzing van de buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen worden opgenomen in het gemeentelijk wegenregister. Ze behouden hun verordenende kracht tot ze worden vervangen door rooilijnplannen ter uitvoering van het decreet houdende de gemeentewegen.
Opheffing en vestiging
Een gemeenteweg slechts worden aangelegd, verplaatst, gewijzigd of worden opgeheven middels een besluit daartoe van de Gemeenteraad.
Aldus kan dat een buurtweg, die een gemeentewet is niet worden opgeheven louter door onbruik gedurende een onafgebroken periode van 30 jaar (de zogenaamde opheffing ingevolge verjaring). Daarentegen kan de de Gemeenteraad op verzoek van de belanghebbende een gemeenteweg bij besluit opheffen als deze het bewijs levert van 30 jaar onafgebroken onbruik (artikel 14, §1 Decreet Gemeentewegen).
Sinds 1 september 2019 (de inwerkingtreding van het decreet, zijn er geen verjaarde gemeentewegen meer. Oude buurtwegen zijn onverjaarbare gemeentewegen geworden en worden onverjaarbaar, ook a al zouden zij gedurende meer dan dertig jaar in onbruik zijn. De beslissing tot opheffing, zo ook de vestiging op grond van dertigjarig gebruik, gebeurt door een beslissing van de gemeenteraad.
De gemeente kan het openbaar karakter van de gemeenteweg afdwingen door bestuursrechtelijke maatregelen zoals last onder dwang en bestuursdwang (artikel 38 tot 50 Decreet Gemeentewegen).
De gemeenteraad kan de vaststelling tot vestiging gesteund op dertigjarig gebruik of tot opheffing wegens dertigjarig onbruik doen op eigen initiatief of op grond van een verzoekschrift ingediend door eenieder.
Afpaling
Een vraag tot opheffing van een gemeenteweg (en dus ook van een buurtweg) kan geïntegreerd worden in een aanvraag voor het komen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (artikel 12,§2 Decreet Gemeentewegen). De gemeenteraad kan geen opheffing verlenen van een gemeentewet wanneer niet voldaan is aan de voorwaarde van het dertigjarig onbruik.
De oude discussies met betrekking tot de ligging van de buurtweg en het bijhorend beroep op de Atlas der buurtwegen wordt door het decreet opgelost door de procedure tot afpaling voorzien in art. 30-33 van het gemeentewegendecreet.
De contractuele gemeenteweg
De contractuele gemeenteweg is een weg die ontstaat door middel van een overeenkomst tussen de gemeente en de eigenaars en/of gebruikers van een perceel met oog op het permanent of tijdelijk bestemmen van grondstroken als gemeenteweg. De overeenkomsten, dienen verleden voor een gemeente-ambtenaar, voor een bepaalde duur van maximaal negentwintig jaar en eindigen van rechtswege na verloop van de bepaalde duur. Bij het eindigen van de overeenkomst verliezen deze wegen hun statuut als gemeenteweg.
Wijziging van gemeentewegen zijn mogelijk door
1. Opheffing van het gemeentelijk rooilijnplan /opheffing gemeenteweg buiten de opmaak van een RUP of projectbesluit
2. Gemeentelijk rooilijnplan of opheffing van een gemeenteweg samen met de opmaak van een RUP of projectbesluit
3 De aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg via een vergunningstraject
De gemeente verwerft de wegbedding van de gemeenteweg, ofwel via een aankoop in der minne ofwel via onteigening. De verwerving van de wegbedding gebeurt met het oog op de opname ervan in het openbaar domein.
Het gemeentelijk wegenregister
Het gemeentelijk wegenregister geldt niet als een atlas der gemeentewegen. Het betreft dus geen register van alle gemeentewegen, noch een inventaris. Het gemeentelijk wegenregister is slechts een informatief gegevensbestand dat alle administratieve en gerechtelijke beslissingen t.a.v. gemeentewegen bevat.
Uittreksel uit het gemeentewegendecreet met betrekking tot de breedte
Art. 11. § 1. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.
De gemeentelijke rooilijnplannen komen tot stand op de wijze, vermeld in afdeling 2. De procedure voor het tot stand komen van gemeentelijke rooilijnplannen is ook van toepassing op het wijzigen ervan.
§ 2. De opheffing van een gemeenteweg gebeurt door een besluit tot opheffing van de rooilijn, in voorkomend geval met inbegrip van het daartoe vastgestelde rooilijnplan, op de wijze, vermeld in afdeling 3.