Artikel 2277 BW derde lid voorziet dat “schuldvorderingen van buitengewone kosten bedoeld in artikel 203bis, § ”3 verjaren.
Evenmin kan terugvordering worden gevraagd van verjaarde schoolrekeningen.
Wanneer een vonnis een ouder veroordeelt tot bijdrage in buitengewone kosten waarbij voorafgaand overleg wordt opgelegd, kan deze verplichting tot overleg niet als gratuit worden aanzien maar wordt ze opgelegd om de ouders te dwingen overleg met elkaar te plegen omtrent deze buitengewone kosten.
De ouder die de betaling vordert van de buitengewone kosten dient te bewijzen dat er aan de voorwaarden voor terugbetaling werd voldaan, wat inhoudt dat
Deze dient aan te tonen dat er voorafgaandelijk overleg is geweest met betrekking tot de kosten waarvoor dit voorgeschreven is, minstens dat zij hiertoe pogingen heeft ondernomen.
Een voorafgaand overleg is dikwijls moeilijk te organiseren is, zeker wanneer de verstandhouding tussen partijen als problematisch te omschrijven is.
Dit belet echter niet dat elke ouder in de mogelijkheid is om, voorafgaandelijk aan de beslissing met betrekking tot de buitengewone kosten, de andere ouder hieromtrent te contacteren en een overleg proberen te organiseren.
Het loutere feit dat de verstandhouding tussen partijen ernstig verzuurd is geeft aan geen enkele van de partijen, het recht om de inhoud van de gerechtelijke uitspraak naast zich neer te leggen en geen enkel overleg meer te plegen.
Bij gebreke aan dit overleg zijn de buitengewone kosten niet verschuldigd.
Een vonnis kan ook voorzien dat buitengewone slechts verschuldigd zijn mits de nodige bewijzen van betaling worden voorgelegd. Worden deze betalingsbewijzen niet bijgebracht dan zijn deze kosten evenmin verschuldigd/terugvorderbaar.