Het gegeven dat een openbare weg in de atlas der buurtwegen is opgenomen als “sentier” (voetweg), beperkt zijn bestemming niet tot louter gebruik door voetgangers en fietsers (Cass. 11 september 1997, Arr.Cass. 1997, 348).
Een woning enkel bereikbaar via een voetweg van één meter breedte heeft onvoldoende toegang tot de openbare weg. Voor dit gebruik kan derhalve in principe een bovengronds recht van uitweg verleend worden beperkt tot de gebruikelijke breedte van drie meter.
In deze uitweg is eveneens de breedte (één meter) van de voetweg nr. 56 begrepen. Deze voetweg is op de atlas der buurtwegen getekend met een stippellijn, wat betekent dat het om een weg met private bedding gaat (Brussel 31 maart 2009, T.Not. 2009, 679), gelegen op het erf van de respectieve verweerders 1 tot en met 4 en die derhalve nog niet tot het openbaar domein behoort.
Deze voetweg is derhalve enkel belast met een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van overgang; deze voetweg is een openbare weg, ook al is de bedding privaat.
De atlas der buurtwegen werd in 1841 van kracht. De wetgever van 1841 wou met de wet op de buurtwegen vastleggen welke kleine wegen een openbaar karakter hebben, zonder onderscheid ten aanzien van de eigenaar van de grond waarop buurtwegen en kleine wegen liggen. De wegen werden in kaartvorm opgenomen.
De atlas der buurtwegen onderscheidt buurtwegen van voetwegen (in het Frans sentiers). De breedte van een buurtweg wordt vastgelegd in de atlas buurtwegen.
Voetwegen zijn smaller dan buurtwegen en kunnen zelfs minder dan 1 m breed zijn. Voetwegen en buurtwegen kunnen lopen over de eigendom van de aangelanden en belette niet dat de eigenaar eigenaar blijft van de voetweg, weze het wel dat de eigenaar de voetweg of buurtweg dient te gedogen over zijn eigendom.
De opgegeven wettelijke breedte in de atlas der buurtwegen dient gelezen als de totale breedte van de buurtweg, dus met inbegrip van eventuele grachten, graskanten, bermen, taluds, hagen en alle andere “aanhorigheden”. Evenwel is het mogelijk dat de atlas der buurtwegen aanhorigheden bepaalt die buiten de breedte van de toegankelijkheid van de buurtweg liggen. Een en ander is vaak het geval bij bermen en grachten van holle wegen.
De aanhorigheden van de buurtweg kunnen evenwel steeds vrijgemaakt worden op bevel van de gemeente indien deze aanhorigheden de wettelijke breedte belemmeren.
Aldus kan en mag de gemeente beslissen om de toegankelijkheid van een buurtweg uit te breiden tot de aanhorigheden en kan dus beslissen om bermen, beplantingen, hagen en dergelijke de laten verwijderen, kappen of snoeien over de volledige breedte van de buurtweg.
De gemeente kan ook beslissen om een deel van de buurtweg te laten innemen door aanhorigheden die er zich op het ogenblik van de beslissing (nog) niet bevinden. Zo kan de gemeente op de buurtweg beplantingen laten aanbrengen, hagen laten planten evenwel zonder dat deze aanhorigheden de toegang en de rijbaan van de buurtweg mogen verhinderen.
In heel veel gevallen bedraagt de breedte van een buurtweg 3 of 4 m.
Let wel De wet op de buurtwegen werd afgeschaft door het decreet van 10 april 2019.
Alle gemeentelijke wegen en buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen die bestaan op 1 september 2019, worden voor de toepassing van dit decreet geacht een gemeenteweg te zijn.
De gemeenteweg wordt een alomvattend begrip en omvat dus ook de trage wegen die voorheen geen buurtweg waren, zodat het decreet op de gemeentewegen een alomvattende regeling betreft.
Een gemeenteweg is een openbare weg die onder het rechtstreeks en onmiddellijk beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond
De algemene rooiplannen, de rooilijnplannen en de plannen voor de begrenzing van de buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen worden opgenomen in het gemeentelijk wegenregister. Ze behouden hun verordenende kracht tot ze worden vervangen door rooilijnplannen ter uitvoering van het decreet houdende de gemeentewegen.
Opheffing en vestiging
Een gemeenteweg slechts worden aangelegd, verplaatst, gewijzigd of worden opgeheven middels een besluit daartoe van de Gemeenteraad.
Aldus kan dat een buurtweg, die een gemeentewet is niet worden opgeheven louter door onbruik gedurende een onafgebroken periode van 30 jaar (de zogenaamde opheffing ingevolge verjaring). Daarentegen kan de de Gemeenteraad op verzoek van de belanghebbende een gemeenteweg bij besluit opheffen als deze het bewijs levert van 30 jaar onafgebroken onbruik (artikel 14, §1 Decreet Gemeentewegen).
Sinds 1 september 2019 (de inwerkingtreding van het decreet, zijn er geen verjaarde gemeentewegen meer. Oude buurtwegen zijn onverjaarbare gemeentewegen geworden en worden onverjaarbaar, ook a al zouden zij gedurende meer dan dertig jaar in onbruik zijn. De beslissing tot opheffing, zo ook de vestiging op grond van dertigjarig gebruik, gebeurt door een beslissing van de gemeenteraad.
De gemeente kan het openbaar karakter van de gemeenteweg afdwingen door bestuursrechtelijke maatregelen zoals last onder dwang en bestuursdwang (artikel 38 tot 50 Decreet Gemeentewegen).
De gemeenteraad kan de vaststelling tot vestiging gesteund op dertigjarig gebruik of tot opheffing wegens dertigjarig onbruik doen op eigen initiatief of op grond van een verzoekschrift ingediend door eenieder.
Afpaling
Een vraag tot opheffing van een gemeenteweg (en dus ook van een buurtweg) kan geïntegreerd worden in een aanvraag voor het komen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (artikel 12,§2 Decreet Gemeentewegen). De gemeenteraad kan geen opheffing verlenen van een gemeentewet wanneer niet voldaan is aan de voorwaarde van het dertigjarig onbruik.
De oude discussies met betrekking tot de ligging van de buurtweg en het bijhorend beroep op de Atlas der buurtwegen wordt door het decreet opgelost door de procedure tot afpaling voorzien in art. 30-33 van het gemeentewegendecreet.
Uittreksel uit het gemeentewegendecreet - Afpaling van de gemeenteweg
Art. 30. Het college van burgemeester en schepenen kan op eigen initiatief, of op verzoek van de gemeenteraad of van derden overgaan tot afpaling van de gemeenteweg, met tussenkomst van een landmeter-expert.
Alle aangelanden worden dertig dagen vooraf met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van de afpaling.
Art. 31. Voor de afpaling van de gemeenteweg wordt een plan en een proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal en het plan vermelden minstens de breedte van de gemeentewegen, de ligging ten opzichte van de eigendomsgrenzen en alle punten waar palen, hetzij zichtbaar, hetzij mediaan, werden geplaatst.
Het plan en het proces-verbaal worden ondertekend door:
1° een ambtenaar van de gemeente die het college van burgemeester en schepenen heeft aangesteld;
2° de aangelanden.
Als een of meer personen niet aanwezig waren tijdens de afpaling of geweigerd hebben de stukken te ondertekenen, wordt daarvan melding gemaakt in het proces-verbaal.
Een afschrift van het proces-verbaal en van de plannen wordt binnen een termijn van veertien dagen met een beveiligde zending betekend aan de aangelanden.
Gedurende een termijn van zestig dagen na betekening van het proces-verbaal kan elke aangelande verzet aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen.
Art. 32. Als er een geschil rijst over de afpaling, brengt de betrokken partij dat geschil, na de afpaling, voor de bevoegde rechtbank.
Art. 33. De kosten voor de afpaling zijn ten laste van de gemeente.
De contractuele gemeenteweg
De contractuele gemeenteweg is een weg die ontstaat door middel van een overeenkomst tussen de gemeente en de eigenaars en/of gebruikers van een perceel met oog op het permanent of tijdelijk bestemmen van grondstroken als gemeenteweg. De overeenkomsten, dienen verleden voor een gemeente-ambtenaar, voor een bepaalde duur van maximaal negentwintig jaar en eindigen van rechtswege na verloop van de bepaalde duur. Bij het eindigen van de overeenkomst verliezen deze wegen hun statuut als gemeenteweg.
Wijziging van gemeentewegen zijn mogelijk door
1. Opheffing van het gemeentelijk rooilijnplan /opheffing gemeenteweg buiten de opmaak van een RUP of projectbesluit
2. Gemeentelijk rooilijnplan of opheffing van een gemeenteweg samen met de opmaak van een RUP of projectbesluit
3 De aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg via een vergunningstraject
De gemeente verwerft de wegbedding van de gemeenteweg, ofwel via een aankoop in der minne ofwel via onteigening. De verwerving van de wegbedding gebeurt met het oog op de opname ervan in het openbaar domein.
Het gemeentelijk wegenregister
Het gemeentelijk wegenregister geldt niet als een atlas der gemeentewegen. Het betreft dus geen register van alle gemeentewegen, noch een inventaris. Het gemeentelijk wegenregister is slechts een informatief gegevensbestand dat alle administratieve en gerechtelijke beslissingen t.a.v. gemeentewegen bevat.
Uittreksel uit het gemeentewegendecreet met betrekking tot de breedte
Art. 11. § 1. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.
De gemeentelijke rooilijnplannen komen tot stand op de wijze, vermeld in afdeling 2. De procedure voor het tot stand komen van gemeentelijke rooilijnplannen is ook van toepassing op het wijzigen ervan.
§ 2. De opheffing van een gemeenteweg gebeurt door een besluit tot opheffing van de rooilijn, in voorkomend geval met inbegrip van het daartoe vastgestelde rooilijnplan, op de wijze, vermeld in afdeling 3.