Louter partnerschap verschaft geen financiële rechten in gezamenlijke projecten zonder gezamenlijke investering. Gedane investeringen door een ex-partner-investeerder kunnen maar worden gerecupereerd als de verbintenis tot bijdrage in de lasten van de samenleving – naar evenredigheid van de mogelijkheden – werd overschrijden (R. BARBAIX en L. WUYTS, “Het recht van opstal: familiaalvermogensrechtelijke aandachtspunten en mogelijkheden” in N. CARETTE (ed.), Erfpacht en Opstal, Antwerpen, Intersentia, 2018, (307-357) 317, nr. 9; J. FONTEYN, “La renonciation à accession au sein du couple. Une question de temps”, RNB 2013, afl. 3071, 87; I. SAMOY, “Investeren in andermans woning bij feitelijke samenwoning. In welke mate verhindert de natuurlijke verbintenis tot bijdrage in de lasten van de feitelijke samenwoning een vergoedingsaanspraak?” in W. PINTENS, J. DU MONGH en C. DECLERCK (eds.), Patrimonium 2008, Antwerpen, Intersentia, 2008, 278, nr. 6). Zie ook: Gent 8 februari 2018, NjW 2018, afl. 384, 489; Gent 15 maart 2018, NjW 2018, afl. 384, 495, noot G. DEGEEST; Antwerpen 20 juni 2018, NjW 2019, afl. 401, 339, noot G. DEGEEST
Hij die geïnvesteerd heeft in het onroerend van een ander kan zich niet beroepen op een vermoeden van de afstand van natrekking.
De partner investeerder in andermans goed kan slechts aanspraak maken op een vergoeding mits er ook geïnvesteerd bijvoorbeeld door betaling van facturen, of gedeeltelijke betaling in de hypothecaire last.
Een afstand van natrekking blijkt niet uit
- een huwelijkscontract (dat evenwel nooit in werking trad omdat het huwelijk nooit is doorgegaan) waarin staat opgenomen dat de bouwgrond deel zou uitmaken van het gemeenschappelijk vermogen;
- het louter samen bouwen op een stuk grond;
- het samen aanvragen van een bouwvergunning;
- het samen afsluiten van een architectenovereenkomst
- het samen afsluiten van een aannemingsovereenkomst gesloten;
- het samen afsluiten van een hypothecaire lening;
- het samen genieten van de fiscale voordelen (woonbonus) genoten;
- het elk afzonderlijk afsluiten van een schuldsaldoverzekering afgesloten.
Bij gebrek aan bewijs dat de woning (deels) zou zijn opgericht met haar eigen materialen, kan de partner-investeerder evenmin een vergoeding vorderen op grond van artikel 555 BW.
Zakelijke subrogatie vindt geen toepassing, wanneer de partner-investeerder niet kan aantoon enige betaling van materialen of werk te hebben verricht.
De kostenleer veronderstelt het bewijs dat de kosten die de partner-investeerder heeft gemaakt de normale lasten van het samenwonen hebben overtroffen. Zonder dit bewijs kan op basis van de kostenleer geen vergoeding worden bekomen.
Zaakwaarneming veronderstelt het spontaan waarnemen van de belangen van een ander in diens voordeel, omdat de meester van de zaak daartoe tijdelijk niet in staat is, bijvoorbeeld wegens ziekte of afwezigheid. Zonder deze omstandigheden is van zaakwaarneming geen sprake.
Zonder bewijs dat de partner-investeerder heeft geïnvesteerd in de oprichting van de woning, is er geen sprake van een bewezen verarming, zodat de partner-investeerder zich alsdan niet kan beroepen op de verrijking zonder oorzaak.
%MCEPASTEBIN%