Wilsgebreken bij de voorafgaande regelingsakte in het kader van een EOT.
Om bedrog te kunnen weerhouden dient aangetoond dat een contractant met opzet kunstgrepen gebruikt om de wederpartij te doen contracteren.
Benadeling kan op zichzelf niet weerhouden worden als wilsgebrek bij de EOT.
Om “gekwalificeerde benadeling” te kunnen weerhouden moet aangetoond worden dat de ene partij misbruik maakte van de zwakheden van de andere. De enkele omstandigheid dat de wederzijdse verbintenissen in een overeenkomst niet evenredig zijn, volstaat niet.
De ex-echtgenote levert in deze zaak m.b.t. de voorafgaande regelingsakte niet het bewijs dat er misbruik gepleegd werd door haar vroegere echtgenoot van één van volgende omstandigheden:
• noodtoestand,
• bijzondere verhouding van afhankelijkheid tussen de partijen,
• verminderd denkvermogen te wijten aan ziekte, angst, depressie, droefheid, ..., onervarenheid en onwetendheid, onoplettendheid, vergetelheid, nalatigheid, lichtzinnigheid, hartstocht, zwakheid, monopoliesituatie, economisch zwakke positie, benarde financiële toestand, sociaal zwakke positie en juridische zwakke positie.
Het loutere feit dat één van de echtgenoten hogere inkomsten heeft dan de andere impliceert niet dat deze laatste zich in een inferieure positie zou bevinden.