Eventueel vruchtgebruik of uitgesteld vruchtgebruik is een recht van vruchtgebruik op goederen waarvan het actuele vruchtgebruik toebehoort aan een derde. Het wordt gevestigd door de blote eigenaar of verkregen uit zijn nalatenschap en krijgt pas uitwerking bij de beëindiging van het actuele vruchtgebruik.
Het eventueel vruchtgebruik krijgt pas uitwerking bij het overlijden van de oorspronkelijke vruchtgebruiker of bij het verstrijken van de termijn waarvoor het oorspronkelijke vruchtgebruik werd aangegaan. Dit alles op voorwaarde dat degene die het eventuele vruchtgebruik heeft gekregen, nog in leven is op het moment dat het oorspronkelijke vruchtgebruik stopt.
Bij een eventueel vruchtgebruik komt het tweede vruchtgebruik niet tot stand op een ogenblik dat de eigenaar de hoedanigheid van volle eigenaar heeft maar op een moment dat hij slechts blote eigenaar is van het goed. Bij eventueel vruchtgebruik kan het dus om dezelfde persoon gaan die de beide vruchtgebruikrechten toestaat. Hij die het tweede, eventuele vruchtgebruik toestaat verleent dit recht pas nadat hij blote eigenaar is geworden.
1. Krachtens art. 745bis, eerste lid BW verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat.
De langstlevende echtgenoot die met toepassing van deze wetsbepaling het vruchtgebruik verkrijgt van een nalatenschap waarin een blote eigendom aanwezig is, verkrijgt een eventueel vruchtgebruik op dat goed. Dit vruchtgebruik zal pas uitwerking krijgen bij het overlijden van de actuele vruchtgebruiker of bij het verstrijken van de termijn waarvoor het eerdere vruchtgebruik werd toegestaan, op voorwaarde dat de houder van het eventuele vruchtgebruik op dat tijdstip nog in leven is.
Het eventuele vruchtgebruik is bijgevolg een recht onder opschortende voorwaarde dat afhankelijk is van de toekomstige en onzekere gebeurtenis dat de houder ervan nog in leven is op het tijdstip dat het door de erflater toegestane vruchtgebruik eindigt.
2. Krachtens art. 37, 2° W.Succ. moet een nieuwe aangifte ingeleverd worden wanneer, na het openvallen van de nalatenschap, de actieve samenstelling ervan vermeerderd wordt, hetzij door het intreden van een voorwaarde of van elk ander voorval, hetzij door de erkenning van het eigendomsrecht van de overledene op door een derde bezeten goederen, hetzij door de oplossing van een geschil, tenzij de vermeerdering van actief het gevolg is van een ontbinding die haar oorzaak vindt in het niet-uitvoeren, door erfgenamen, legatarissen of begiftigden, van de voorwaarden van een contract.
De actieve samenstelling van de nalatenschap wordt vermeerderd indien vast komt te staan dat de langstlevende echtgenoot het recht van vruchtgebruik daadwerkelijk kan uitoefenen door het in vervulling gaan van de opschortende voorwaarde waaraan het eventueel vruchtgebruik onderworpen is.
Hieruit volgt dat de langstlevende echtgenoot ertoe gehouden is een nieuwe aangifte in te dienen indien de opschortende voorwaarde waaraan het eventueel vruchtgebruik is onderworpen, in vervulling gaat, namelijk dat hij nog in leven is op het tijdstip dat het actuele vruchtgebruik eindigt.
..
Voor de fiscale gevolgen
zie deze link