Richtlijn 2001/29 verwijst voor de vaststelling van de betekenis en de draagwijdte van het begrip „werk” niet uitdrukkelijk naar het recht van de lidstaten. Gelet op de vereisten die verband houden met zowel de eenvormige toepassing van het Unierecht als het gelijkheidsbeginsel, moet dat begrip bijgevolg normaal gesproken in de gehele Unie autonoom en op eenvormige wijze worden uitgelegd.
Hieruit volgt dat de smaak van een voedingsmiddel enkel op grond van richtlijn 2001/29 auteursrechtelijk kan worden beschermd indien hij kan worden aangemerkt als een „werk” in de zin van die richtlijn (zie naar analogie arrest van 16 juli 2009, Infopaq International, C‑5/08, EU:C:2009:465, punt 29 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
In dit verband kan een voorwerp slechts als een „werk” in de zin van richtlijn 2001/29 worden aangemerkt indien aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan.
Ten eerste dient het betrokken voorwerp oorspronkelijk te zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker ervan is.
Ten tweede kunnen alleen de bestanddelen die de uitdrukking van een dergelijke intellectuele schepping zijn, als een „werk” in de zin van richtlijn 2001/29 worden aangemerkt (zie in die zin arresten van 16 juli 2009, Infopaq International, C‑5/08, EU:C:2009:465, punt 39, en 4 oktober 2011, Football Association Premier League e.a., C‑403/08 en C‑429/08, EU:C:2011:631, punt 159).
In dit verband zij eraan herinnerd dat de Unie weliswaar geen partij bij de Berner Conventie is, maar niettemin krachtens artikel 1, lid 4, van het WIPO-verdrag inzake het auteursrecht – waarbij zij wel partij is en waaraan richtlijn 2001/29 uitvoering beoogt te geven – verplicht is zich te voegen naar de artikelen 1 tot en met 21 van de Berner Conventie.
Volgens artikel 2, lid 1, van de Berner Conventie omvatten werken van letterkunde en kunst alle voortbrengselen op het gebied van letterkunde, wetenschap en kunst, welke ook de wijze of de vorm van uitdrukking ervan zij. Bovendien kunnen volgens artikel 2 van het WIPO-verdrag inzake het auteursrecht en volgens artikel 9, lid 2, van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die in punt 6 van het onderhavige arrest is vermeld en tevens deel uitmaakt van de rechtsorde van de Unie alleen uitdrukkingsvormen en niet denkbeelden, procedures, werkwijzen of mathematische concepten als zodanig auteursrechtelijk worden beschermd.
Bijgevolg impliceert het begrip „werk” als bedoeld in richtlijn 2001/29 noodzakelijkerwijs een uitdrukkingsvorm van het voorwerp van de auteursrechtelijke bescherming waardoor dit voorwerp voldoende nauwkeurig en objectief kan worden geïdentificeerd, ook al hoeft deze uitdrukkingsvorm niet per se permanent te zijn.
De smaak van een voedingsmiddel kan echter niet nauwkeurig en objectief worden uitgedrukt. In tegenstelling tot wat bijvoorbeeld geldt voor een letterkundig werk, een schilderij, een film of een muziekstuk, dat een nauwkeurige en objectieve uitdrukkingsvorm is, berust de identificatie van de smaak van een voedingsmiddel immers hoofdzakelijk op smaakbeleving en smaakervaring, die subjectief en variabel zijn, aangezien zij met name afhankelijk zijn van factoren die eigen zijn aan de persoon die het betrokken product proeft, zoals diens leeftijd, voedselvoorkeuren en consumptiegewoonten, alsmede van de omgeving en de context waarin het product wordt geproefd.
Bovendien is het bij de huidige stand van de ontwikkeling van de wetenschap niet mogelijk om met technische middelen de smaak van een voedingsmiddel nauwkeurig en objectief te identificeren, waardoor die smaak kan worden onderscheiden van de smaak van andere producten van dezelfde aard.
Uit het samenstel van de voorgaande overwegingen dient dan ook de gevolgtrekking te worden gemaakt dat de smaak van een voedingsmiddel niet kan worden aangemerkt als een „werk” in de zin van richtlijn 2001/29.
Gelet op het in punt 33 van het onderhavige arrest in herinnering gebrachte vereiste van eenvormige uitlegging van het begrip „werk” binnen de Unie, dient tevens te worden geoordeeld dat richtlijn 2001/29 zich ertegen verzet dat een nationale wettelijke regeling in die zin wordt uitgelegd dat zij auteursrechtelijke bescherming verleent aan de smaak van een voedingsmiddel.
Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staat datde smaak van een voedingsmiddel op grond van deze richtlijn auteursrechtelijk wordt beschermd en dat een nationale wettelijke regeling in die zin wordt uitgelegd dat zij auteursrechtelijke bescherming verleent aan een dergelijke smaak.