De verhuurder die de handelshuurhernieuwing weigert om het goed zelf te betrekken dient binnen de zes maanden na het vertrek van de huurder niet enkel zijn handelsactiviteit gestart te hebben, doch tevens het goed in zijn geheel te betrekken. De persoonlijke ingebruikname brengt de verplichting mee het goed in zijn geheel te betrekken. Een gedeeltelijke betrekking van het goed voldoet niet aan de vereisten van artikel 16,1,1° van de Handelshuurwet omdat de verhuurder dan een deel van het goed door een derde zou kunnen laten betrekken.
Hierbij wordt evenwel niet vereist dat de verhuurder het goed voortdurend voor de volle oppervlakte benut. Een niet voortdurende ingebruikname volstaat van zodra de verhuurder ten allen tijde en naar goeddunken in het goed kan verblijven, alsmede het niet onmiddellijk benutte gedeelte van het goed voor het voorgenomen persoonlijk gebruik onder zich houdt. Het verschaffen van een tijdelijk genot van een gedeelte van het goed aan een derde belemmert dan ook niet de vereiste persoonlijke ingebruikname zoals in artikel 16, I, 1° van de Handelshuurwet vooropgesteld.
Bij gebreke aan bewijs van een (afdoende) uitvoering van het weigeringsmotief voor een huurhernieuwing dient de verhuurder de in artikel 25, lid 1, 3° van de Handelshuurwet voorziene forfaitaire uitzettingsvergoeding te betalen, gelijk aan drie jaar huur, zonder dat de verhuurder een bewijs moet leveren van zijn concrete schade.
Een uitzettingsvergoeding in toepassing van artikel 25, lid 1, 3° van de Handelshuurwet kan wegens een klaarblijkelijk overdreven karakter niet worden verminderd .
De verhuurder die een huurhernieuwing op grond van artikel 16, I, 1° van de Handelshuurwet heeft geweigerd en zonder wettige reden zijn voornemen op grond waarvan hij de huurder uit het goed heeft kunnen zetten binnen de zes maanden niet ten uitvoer heeft gebracht, doch alsnog aan het goed een bestemming heeft gegeven die een handelsonderneming uitsluit, is niettemin de bij artikel 25, lid 1, 3°, eerste zin van de Handelshuurwet bepaalde uitzettingsvergoeding gelijk aan drie jaar huur aan de huurder verschuldigd.