Krachtens artikel 1495, lid 1, van het Gerechtelijk Wetboek kan in burgerlijke zaken in de regel geen veroordelende beslissing worden ten uitvoer gelegd dan nadat zij aan de partij is betekend.
Krachtens lid 3 van dit artikel gelden die bepalingen op straffe van nietigheid van de daden van tenuitvoerlegging.
Uit deze bepaling volgt dat de betekening een vereiste is voor de gedwongen tenuitvoerlegging in civiele zaken.
Krachtens artikel 65, §1, eerste lid, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw en artikel 68, §1, eerste lid, van het op 22 oktober 1996 gecoördineerd decreet betreffende de ruimtelijke ordening, beveelt de rechtbank benevens de straf, op vordering van de gemachtigde ambtenaar of van het college van burgemeester en schepenen, maar met hun gezamenlijk akkoord in de sub b en c bedoelde gevallen: a. Ofwel de plaats in de vorige staat te herstellen; b. Ofwel bouwwerken of aanpassingswerken uit te voeren; c. Ofwel een geldsom te betalen gelijk aan de meerwaarde die het goed door het misdrijf heeft verkregen.
Krachtens het tweede lid van die wetsbepalingen bepaalt de rechtbank een termijn die in de sub a en b bedoelde gevallen een jaar niet mag overschrijden.
Krachtens artikel 149, §1, eerste lid, van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, in zijn opeenvolgende versies, wordt een zelfde herstelmaatregel naast de straf bevolen op vordering van de stedenbouwkundig inspecteur of van het college van burgemeester en schepenen op wier grondgebied de werken, handelingen of wijzigingen bedoeld in artikel 146, werden uitgevoerd.
Krachtens het laatste lid van §1 van voormeld artikel bepaalt de rechtbank een termijn voor de uitvoering van de herstelmaatregelen.
Het artikel 152 van voormeld decreet voorziet verder dat de overtreder onmiddellijk bij aangetekende brief of bij afgifte tegen ontvangstbewijs de stedenbouwkundig inspecteur en het college van burgemeester en schepenen op de hoogte brengt indien hij de opgelegde herstelmaatregel vrijwillig heeft uitgevoerd.
Artikel 153 van voormeld decreet bepaalt dat, voor het geval dat de plaats niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn in de vorige staat wordt hersteld, het vonnis beveelt dat de stedenbouwkundig inspecteur, het college van burgemeester en schepenen en eventueel de burgerlijke partij, ambtshalve in de uitvoering ervan kunnen voorzien.
Uit deze bepalingen volgt dat de termijn die door de strafrechter in stedenbouwzaken wordt bepaald om de overtreder toe te laten de plaats in de vorige staat te herstellen, geen gedwongen tenuitvoerlegging uitmaakt in de zin van artikel 1495 van het Gerechtelijk Wetboek waarvoor een voorafgaande betekening in de regel vereist is.