Krachtens artikel 2, eerste lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 van 9 november 2005, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het telewerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 juni 2006, hierna CAO nr. 85, wordt voor de toepassing van die overeenkomst onder telewerk verstaan een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, in het kader van een arbeidsovereenkomst, werkzaamheden die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis en niet incidenteel buiten die bedrijfslocatie worden uitgevoerd. De telewerker is elke werknemer die telewerk verricht.
Krachtens artikel 4, eerste lid, CAO nr. 85 kan het telewerk worden verricht in de woning van de telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats. Krachtens het tweede lid van die bepaling valt het telewerk dat wordt verricht in een satellietkantoor van de werkgever, dat wil zeggen een gedecentraliseerd lokaal van de werkgever of een lokaal dat de werkgever aan de werknemer ter beschikking stelt, buiten het toepassingsgebied van de CAO.
Titel VI van de Arbeidsovereenkomstenwet, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 6 december 1996 betreffende de huisarbeid, regelt de tewerkstelling van huisarbeiders. Krachtens artikel 119.1 Arbeidsovereenkomstenwet regelt deze titel de tewerkstelling van huisarbeiders die tegen loon arbeid verrichten onder het gezag van een werkgever in hun woonplaats of op elke andere door hen gekozen plaats, zonder dat zij onder het toezicht of de rechtstreekse controle van de werkgever staan.
Uit de bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet blijkt dat telewerk een bijzondere vorm van huisarbeid is. De telewerkers van cao nr. 85 vallen onder de definitie van artikel 119.1, paragraaf 1 Arbeidsovereenkomstenwet. Zij verrichten immers werk van op een andere, door hun vrij gekozen, locatie ander dan bij de werkgever en staan niet onder rechtstreekse controle van de werkgever.
De wetgever heeft enkel de toepassing van de artikelen 119.3 tot 119.12 uitgesloten voor wat betreft de telewerker. Hierdoor zijn de bepalingen van de artikelen 119.1 en 119.2 wel van toepassing op telewerk. Eén en ander blijkt uit de paragraaf 2 van het artikel 119.1.
Dus de keuze van de plaats van tewerkstelling door de werknemer en de afwezigheid van rechtstreekse controle door de werkgever, wat een aspect is van artikel 119.1, §1, kan niet gehanteerd worden om een onderscheid te weerhouden tussen huisarbeid en telewerk. Immers beide criteria zijn gelijk voor huisarbeid en telewerk.
Het artikel 6 van de cao legt, in een eerste paragraaf, de verplichting op dat de overeenkomst voor telewerk schriftelijk moet worden vastgelegd. Dit kan in een afzonderlijke overeenkomst dan wel als een addendum aan een bestaande overeenkomst. In de tweede paragraaf wordt opgesomd wat minimaal in die overeenkomst dient te worden geregeld. Dit betreft onder andere de onkostenvergoeding. Paragraaf drie regelt de sanctie bij afwezigheid van een geschrift. Deze laatste stelt dat de telewerker in dat geval gerechtigd is om zijn werkzaamheden op de bedrijfslocatie van de werkgever uit te voeren of naar deze locatie terug te keren.
De afwezigheid van een geschrift heeft niet de nietigheid van de telewerkovereenkomst tot gevolg.
Het ontbreken van één of meerdere verplichte vermeldingen in de overeenkomst leidt evenmin tot een sanctie..
Het niet naleven van artikel 6 van de cao nr. 85 sluit niet uit dat er sprake is van telewerk in de zin van deze cao.