De Woninghuurwet is niet van toepassing wanneer de overeenkomst betreffende de woning van de huurder ondergeschikt is aan de hoofdovereenkomst die betrekking heeft op de functie of de bedrijvigheid van de huurder (zie art. 1, § 2, Woninghuurwet).
Voor de niet-toepasselijkheid van de Woninghuurwet is wel vereist dat er een rechtstreekse band tussen beide overeenkomsten bestaat en dat de huurovereenkomst ondergeschikt is aan de arbeidsovereenkomst.
In casu dient dan ook nagegaan te worden of de huurovereenkomst kan worden beschouwd als een bijkomende overeenkomst, waarbij dient te worden uitgegaan van de gemeenschappelijke bedoeling van partijen.
In casu dient te worden vastgesteld dat niet wordt betwist dat het appartement dat door verwerende partij wordt betrokken, materieel nauw verbonden is met de plaats van tewerkstelling. Het appartement bevindt zich in eenzelfde gebouw boven het restaurant, heeft blijkbaar een gemeenschappelijk elektriciteitsnet, de toegang tot het appartement verloopt via het restaurant en een deel van het appartement wordt bovendien gebruikt als stockageruimte voor goederen in het raam van de exploitatie van de handelsactiviteit. Het is in casu dan ook evident dat eisende partij de huurovereenkomst heeft gesloten in nauwe samenhang met de arbeidsovereenkomst. Zonder deze arbeidsovereenkomst zou tussen partijen waarschijnlijk geen huurovereenkomst zijn gesloten.
Bijgevolg mag redelijkerwijze worden aangenomen dat op grond van de feitelijke elementen de huurovereenkomst bijgevolg dient te worden gekwalificeerd als een overeenkomst die ondergeschikt is aan de hoofdovereenkomst, namelijk het arbeidscontract.
Wanneer aldus de Woninghuurwet niet van toepassing is, kan geen aanspraak worden gemaakt op de bescherming van de bepalingen in het raam van deze wet.
Omdat de huurovereenkomst een bijkomend element is ten aanzien van de arbeidsovereenkomst en deze niet onderworpen is aan de bepalingen van de Woninghuurwet, zal de beëindiging van de arbeidsovereenkomst bijgevolg van rechtswege tot gevolg hebben dat de huurovereenkomst wordt beëindigd, zelfs wanneer deze geen bepaling in die zin bevat.