Art. 3, § 6, vijfde lid van de bijzondere regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder, vervat in art. 2 van de wet van 20 februari 1991, bepaalt dat bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging of indien de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, de huurovereenkomst gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar, geacht wordt te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar, te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden en zij derhalve is onderworpen aan de paragrafen 1 tot 5. In dat geval blijven de huurprijs en de andere voorwaarden dezelfde als die welke bepaald waren in de aanvankelijk gesloten huurovereenkomst van korte duur.
zie gelijklopende bepaling in Art. 21. van het Woninghuurdecreet:
"Korte duur
§ 1. In afwijking van artikel 16 kan de huurovereenkomst schriftelijk worden gesloten voor een duur die korter dan of gelijk is aan drie jaar.
Artikel 17 tot en met 20 zijn niet van toepassing op die huurovereenkomst.
Met behoud van de toepassing van artikel 34 en 35, § 2, kan de huurovereenkomst, vermeld in het eerste lid, maar eenmaal en alleen schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden worden verlengd zonder dat de totale duur van de huur langer dan drie jaar mag zijn.
De huurovereenkomst wordt beëindigd als een van de partijen ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een opzegging heeft gedaan."
Overeenkomstig art. 2015 BW mag men borgtocht niet verder uitstrekken dan de perken waarbinnen hij is aangegaan.
Behalve als een beperking van de duur is bepaald in de borgtocht, dekken de verplichtingen van de borg, in het geval bepaald bij voormeld art. 3, § 6, vijfde lid, de verplichtingen die voortvloeien uit de huurovereenkomst met betrekking tot de hoofdverblijfplaats voor het geheel van de negenjarige duur.
De verplichtingen van de borg blijven zodoende beperkt tot de verplichtingen die voortvloeien uit de huurovereenkomst waarvoor zij aangegaan zijn, in overeenstemming met art. 2015 BW.
Let wel
Huurcontracten voor huurwoningen gelegen in Vlaanderen afgesloten sinds 1 januari 2019 zijn onderworpen aan het Vlaams woninghuurdecreet van 9 november 2018.
Vlaams woninghuurdecreet van 9 november 2018
Inwerkingtreding
1 januari 2019 voor huurcontracten van huurwoningen in Vlaanderen vanaf die datum.
Link naar de tekst van het Vlaamse woninghuurdecreet