De reservataire erfgenaam, die beweren dat de erflater tijdens zijn leven giften heeft gedaan, dragen de bewijslast van het bestaan van deze (aan de fictieve massa toe te voegen) giften aan de nader bepaalde waarde te leveren (M. Puelinckx-Coene, R. Barbaix en N. Geelhand, "Overzicht van rechtspraak (2009-2011): Giften", TPR 2013, 870-872, nr. 913).
Vermogensverschuivingen die kaderen in een ruimere context worden gezien van wederzijdse prestaties en respectieve bijdragen in de lasten van de gewezen samenwoning staan niet gelijk met giften. Deze tussenkomsten kunnen bestaan uit het dragen van medische kosten, hulp in noodsituaties, compensaties.
Levensverzekeringen-spaarverrichtingen zijn onderworpen aan inbreng in fictieve massa anders dan zuivere levensverzekeringen uit voorzienigheid.
Een levensverzekeringen-spaarverrichtingen ligt niet in het verlengde van een morele verplichting dan wel een natuurlijke verbintenis om (ook) na het overlijden de begunstigde financieel te ondersteunen.
Een levensverzekering die blijk geeft van een tegenprestatie van (een) andere verbintenis(sen), die animo solvendi is aangegaan is niet als gift te aanzien.
Wanneer een vermogensverschuivingen plaats vindt in een context van wederzijdse prestaties en respectieve bijdragen in de lasten van een samenwoning, kan deze vermogensverschuiving niet als gift worden aangemerkt.
Levensverzekeringen die feitelijke samenwoners in een context van de lasten van een samenwoning aangaan, in uitvoering van een morele verplichting dan wel een natuurlijke verbintenis om (ook) na het overlijden de langstlevende begunstigde financieel te ondersteunen, dient aanzien als een levensverzekeringen als tegenprestaties van andere verbintenissen en is dus niet animo donandi maar animo solvendi aangegaan, waardoor deze levensverzekering niet als gift kunnen aanzien.
In zoverre geldt de in art. 188 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen bedoelde regeling tot inkorting en eventuele inbreng niet.