Inventarissen zijn een beschrijving en schatting van zowel de eigen vermogens van de echtgenoten als het gemeenschappelijk vermogen. Ook de eedaflegging met toepassing van art. 1183, 11° Ger.W. beslaat de waarachtigheid van de opgave van zowel de eigen vermogens van de echtgenoten als het gemeenschappelijk vermogen.
Voorts heeft de in de artt. 1175 en 1183 Ger.W. bedoelde inventaris hoe dan ook tot doel de baten en de lasten van het huwelijksvermogen vast te stellen met het oog op de vereffening-verdeling, zodat «de partijen ertoe zijn gehouden om alle goederen te vermelden die een invloed kunnen hebben op de samenstelling van het gemeenschappelijk vermogen, ook al zou het goederen of waarden betreffen die krachtens een wettelijke bepaling worden geacht gemeenschappelijk te zijn, maar waarvan een van de echtgenoten, in geval van betwisting, in een procedure tot vereffening-verdeling eventueel het bewijs kan leveren dat zij tot zijn eigen vermogen behoren»
De zienswijze dat de eigen goederen van een partij bij de inventaris op geen enkele wijze aan de orde kunnen worden gesteld, althans in zoverre die partij aannemelijk kan maken dat zij redelijkerwijze mocht aannemen dat de bedoelde goederen tot haar eigen vermogen behoren, gaat niet op.
Mede blijkens het voormelde cassatiearrest van 26 januari 1999 zijn de partijen er immers toe gehouden «alle goederen te vermelden die een invloed kunnen hebben op de samenstelling van het gemeenschappelijk vermogen», wat het geval is met «goederen en waarden die krachtens een wettelijke bepaling geacht worden gemeenschappelijk te zijn, maar waarvan een van de echtgenoten, in geval van betwisting, in het raam van de procedure tot vereffening-verdeling, eventueel het bewijs kan leveren dat zij tot zijn eigen vermogen behoren».
Een inventaris houdt meer in dan zomaar een droge opsomming van onverdeelde goederen. Ze strekt tot het bepalen van de omvang van de onverdeelde boedel . Discussies over het eigen dan wel het gemeenschappelijk karakter van bepaalde goederen zijn in deze context bijgevolg ongetwijfeld relevant, zodat partijen dienaangaande de nodige verklaringen dienen af te leggen ook al strekt de procedure inzake de boedelbeschrijving niet tot de oplossing van de eigendomsvraag en ook al moeten de «eigen goederen» van een echtgenoot in beginsel niet in de inventaris worden opgenomen. Hetzelfde geldt wanneer een betwisting bestaat over het toebehoren van een bepaald goed aan een derde.