Degene die door zijn schuld een ander schade heeft berokkend, is verplicht ze te vergoeden en de getroffene heeft, in de regel, recht op de integrale vergoeding van de schade die hij heeft geleden.
De rechter raamt in concreto de schade die door een onrechtmatige daad is veroorzaakt.
De rechter mag de schade naar billijkheid ramen, mits hij de redenen aangeeft waarom hij de door de getroffene voorgestelde berekeningswijze niet kan aannemen en tevens vaststelt dat de schade onmogelijk anders kan worden bepaald.
Hoewel de getroffene van een onrechtmatige daad zijn schade hoort aan te tonen, dient hij niet, wanneer hij voorstelt zijn blijvende morele schade te berekenen door de kapitalisatie van een forfaitaire dagbasis, aan te tonen dat die schade in de toekomst constant zal blijven. Sommige auteurs, die steunen op de verplichting voor de getroffene om het bestaan van zijn schade en het quantum ervan te bewijzen, zijn van oordeel dat die getroffene de rechtlijnigheid en het terugkeren van zijn blijvende schade moet aantonen wanneer hij vordert dat een forfaitaire basis wordt gekapitaliseerd om de vergoeding van zijn schade te berekenen.
Die bewering komt voort uit een verwarring tussen de raming van de schade en de berekening van de vergoeding. De kapitalisatie is geen ramingstechniek; het is gewoon een berekeningswijze van de vergoeding.
De getroffene moet enkel zijn blijvende schade aantonen en indien zulks het geval is, wordt de schade verondersteld niet te veranderen, behoudens bewijs van het tegendeel.
Het is trouwens tegenstrijdig de kapitalisatie te weigeren om reden dat de grondslag in de loop van de tijd kan veranderen wegens een zogenaamde gewenning (morele schade) of eventuele wijzigingen van de gezinstoestand (huishoudschade), en ze te vergoeden door een allesomvattend forfait precies alsof die schade constant bleef tijdens de gehele vergoede periode.
De kapitalisatie (of beter de geïndexeerde rente wanneer ze wordt gevorderd) biedt uitgerekend de mogelijkheid om rekening te houden met eventuele toekomstige wijzingen van de schade (
Hoewel de getroffene van een onrechtmatige daad zijn schade hoort aan te tonen, dient hij niet, wanneer hij voorstelt zijn blijvende huishoudschade te berekenen door de kapitalisatie van een forfaitaire dagbasis, aan te tonen dat die schade in de toekomst constant zal blijven.
Let wel voor schadegevallen vanaf 1 januari 2025 is het nieuwe boek 6 BW van toepassing met verfijning van het begrip schade en een aantal nieuwe regels. Zie deze link: Grondbegrippen over de schade en schaderegeling in het boek 6 van het (nieuw) BW.