Levensverzekeringen die te aanzien zijn als spaarverrichtingen moeten worden aanzien als giften en zijn bij gebrek aan andersluidend beding, niet aan inbreng onderworpen (maar wel) aan inkorting.
Een aangegane levensverzekering kan evenwel ook ligt in de lijn liggen met een morele verplichting dan wel een natuurlijke verbintenis om (ook) na zijn overlijden de begunstigde financieel te ondersteunen.
Aldus kan een levensverzekering in het raam van de lange samenwoningsrelatie enigszins een tegenprestatie blijken van (een) andere verbintenis(sen). In dit geval is de levensverzekering niet animo donandi maar animo solvendi aangegaan. Deze bedoelde levensverzekering-prestatie wordt niet aangezien als een gift . Zij is derhalve onderworpen noch aan inbreng noch aan inkorting […].”
De levensverzekeringen waarbij de kleinkinderen als begunstigde worden aangeduid, moet als een spaarverrichting beschouwd moeten worden veeleer dan (zuivere) levensverzekeringen uit voorzienigheid, gezien het gebrek aan morele verplichting dan wel een natuurlijke verbintenis om de begunstigde kleinkinderen na het overlijden financieel te ondersteunen. Een dergelijke levensverzekering is niet animus solvendi maar met een animus donandi verricht en moet aldus als een schenking worden beschouwd.
Ten aanzien van deze levensverzekeringen animus solvendi geldt artikel 124 van de wet van 15 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, thans artikel 188 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen . Deze levensverzekering-prestatie kan niet aanzien worden als een gift en is derhalve niet onderworpen noch aan inbreng noch aan inkorting (M. Puelinckx-Coene, R. Barbaix en N. Geelhand, "Overzicht van rechtspraak (2009- 2011): Giften", TPR 2013, 387-388, nr. 265).
De reservataire erfgenaam, die beweren dat de erflater tijdens zijn leven giften heeft gedaan, dragen de bewijslast van het bestaan van deze (aan de fictieve massa toe te voegen) giften aan de nader bepaalde waarde te leveren (M. Puelinckx-Coene, R. Barbaix en N. Geelhand, "Overzicht van rechtspraak (2009-2011): Giften", TPR 2013, 870-872, nr. 913).
Vermogensverschuivingen die kaderen in een ruimere context worden gezien van wederzijdse prestaties en respectieve bijdragen in de lasten van de gewezen samenwoning staan niet gelijk met giften. Deze tussenkomsten kunnen bestaan uit het dragen van medische kosten, hulp in noodsituaties, compensaties.