Gezondheid van geest wordt vermoed. De partij die aanvoert dat de testator niet wilsbekwaam was op het moment van testeren, moet dit bewijzen. Ook captatie en suggestie als bijzondere toepassing van bedrog moeten bewezen worden.
Het gegeven dat een notaris bij de overhandiging van testamenten geen melding maakt van enige aantasting van de gezondheid van geest en geen enkel voorbehoud heeft gemaakt ten tijde van de overhandiging, fungeert minstens als een belangrijke aanwijzing (feitelijk vermoeden) voor de gezondheid van geest.
Het bewijs van bedrog (captatie en erfenisbejaging) kan evenwel worden geleverd door alle middelen van recht, dus door alle bewijsmiddelen, zonder enige beperking.
In casu gelden alleszins geen zgn. wettelijke (onweerlegbare) vermoedens van captatie of suggestie, die de wet immers voorbehoudt aan bepaalde categorieën van personen die wettelijk onbekwaam zijn om middels legaat te ontvangen (artikel 909 oud Burgerlijk Wetboek in het bijzonder). Overeenkomstig artikel 902 oud Burgerlijk Wetboek kunnen alle personen beschikken en verkrijgen, hetzij bij schenking onder de levenden, hetzij bij testament, uitgezonderd degenen die de wet daartoe onbekwaam verklaart.
Captatie en suggestie zijn vormen van bedrog.
Het gaat in essentie om listige kunstgrepen die zijn aangewend om de wilsuiting van de testator te beïnvloeden.
Indien het bedrieglijk optreden of de listige, misleidende, leugenachtige gedragingen en beweringen de testator tot de overtuiging brengen dat hij de bedrieger moet begunstigen, is er sprake van een onrechtmatige wilsbeïnvloeding. Het betreft leugens, kwaadwillige manipulaties en vertekenende voorstellingen van de werkelijkheid om de testator tot een begunstiging te brengen, waartoe hij anders niet zou hebben beslist.
Captatie duidt op het kunstmatig klimaat dat wordt gecreëerd om een beschikker tot een bepaalde bevoordeling te brengen. Bij suggestie daarentegen worden bepaalde beschikkingen ingefluisterd (of andere beschikkingen afgeraden). Doorgaans worden beide gecombineerd, hoewel dit niet noodzakelijk is.
Dit (ten aanzien van de legataris) ingeroepen bedrog vergt het bewijs dat de wil van de testator op determinerende en doorslaggevende wijze, door het creëren van een artificieel klimaat, werd beïnvloed en dat de testator iets beslist heeft wat deze niet echt wilde. De legataris of de bedrieger (zo dit een andere persoon is dan de legataris) - moet iets hebben bekomen wat de testator hem niet had gegund zonder de gewraakte manipulatieve tussenkomst.
De bedoelde kunstgrepen of bedrieglijke technieken kunnen allerlei vormen aannemen.
Beweringen moeten worden ondersteund door precieze elementen, die moeten blijken uit stukken en dossiergegevens.
De formele ongezondheid van geest wordt als zodanig niet aangenomen.
De hoge leeftijd van de testator levert op zich geen vermoeden op dat deze sneller vatbaar zou zijn voor bedrog. Evenmin levert deze leeftijd een vermoeden op van verzwakking van diens wil. Dat de testator na de opmaak van een betwist testament onder bewind werd gesteld is evenmin relevant, nu enkel het tijdstip van de redactie van de testamenten speelt.
Het terug naar huis brengen van een bejaarde persoon tegen het advies van professionele zorgverleners (zelfs indien dit geen problemen zou hebben opgeleverd voor de zorg) waarbij de betrokkene thuis wordt verzorgd door een bepaalde persoon, maakt de bejaarde afhankelijk van de verzorgende persoon. Testamenten die dan worden opgesteld kunne dan ook in vraag gesteld, gezien de bejaarde op die momenten zeer beïnvloedbaar is.