Het centraal strafregister
In artikel 589 van het Wetboek van strafvordering wordt het centraal strafregister omschreven als « een systeem van geautomatiseerde verwerking gehouden onder het gezag van de Minister van Justitie waarin [...] gegevens betreffende beslissingen genomen in strafzaken of ter bescherming van de maatschappij worden geregistreerd, bewaard en gewijzigd ».
Doelstelling centraal strafregister
Het tweede lid van het voormelde artikel 589 bepaalt :
« De doelstelling van het Strafregister bestaat erin de daarin geregistreerde gegevens mede te delen aan :
1° de overheden belast met de uitvoering van de opdrachten van de rechterlijke macht in strafzaken;
2° de administratieve overheden met het oog op de toepassing van bepalingen waarvoor kennis is vereist van het gerechtelijk verleden van de personen op wie administratieve maatregelen betrekking hebben;
3° particulieren ingeval zij een uittreksel uit het Strafregister moeten voorleggen;
4° buitenlandse overheden in de gevallen omschreven in internationale overeenkomsten ».
Opgenomen gegevens in het strafregister
In artikel 590 van het Wetboek van strafvordering worden de gegevens opgesomd die voor elke persoon in het strafregister worden opgenomen. Bij artikel 2, 2°, van de bestreden wet wordt die opsomming aangevuld met onder meer een 17° dat betrekking heeft op :
« de veroordelingen met eenvoudige schuldigverklaring uitgesproken met toepassing van artikel 21ter van de wet van 17 april 1878, houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering ».
Artikel 594 van het Wetboek van strafvordering maakt het de Koning mogelijk om aan bepaalde administratieve overheden toegang te verlenen tot de in het strafregister opgenomen gegevens. Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat die overheden, na een termijn van drie jaar, geen toegang meer hebben tot gegevens betreffende bepaalde veroordelingen die daarin worden opgesomd. Bij artikel 4, 1°, van de bestreden wet worden de veroordelingen bij eenvoudige schuldigverklaring in die opsomming ingevoegd.
Toegang tot het strafregister
Artikel 595 van het Wetboek van strafvordering maakt het elke persoon mogelijk een uittreksel uit het strafregister te verkrijgen dat een overzicht bevat van de daarin opgenomen persoonsgegevens die op hem betrekking hebben.
Uitdoving van vermeldingen op strafregister
Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat sommige veroordelingen die daarin worden opgesomd, niet meer op dat uittreksel worden vermeld na een termijn van drie jaar. Bij artikel 5, 1°, van de wet van 31 juli 2009 wet worden de veroordelingen bij eenvoudige schuldigverklaring in die opsomming ingevoegd.
Model 2
Artikel 6, 1°, van de wet van 31 juli 2009 wet vervangt artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering door de volgende bepaling :
« Wanneer het uittreksel wordt aangevraagd ten einde toegang te krijgen tot een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt, vermeldt het uittreksel behalve de veroordelingen en de beslissingen bedoeld in het eerste lid, ook de veroordelingen bedoeld in artikel 590, eerste lid, 1° en 17°, en de beslissingen bedoeld in artikel 590, eerste lid, 2°, 4°, 5° en 16°, voor feiten gepleegd ten aanzien van een minderjarige en voor zover dit een constitutief element van de inbreuk is of de straf verzwaart.
De gemeentelijke administratie vermeldt bovendien of de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een verbod om een activiteit uit te oefenen die hem in contact zou brengen met minderjarigen, uitgesproken door een rechter of een onderzoeksgerecht met toepassing van artikel 35, § 1, tweede lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis. Het verbod dient op het uittreksel te worden vermeld tot op het moment dat de daarop volgende rechterlijke uitspraak kracht van gewijsde heeft verkregen.
Teneinde deze informatie te verkrijgen, wendt de gemeentelijke administratie zich tot de lokale politiedienst ».
Die bepaling heeft betrekking op de uittreksels uit het strafregister « MODEL 2 », die worden overhandigd aan particulieren die de uitreiking ervan vragen om toegang te krijgen tot een activiteit waarbij zij in contact komen met minderjarigen.