Preview
Samenvatting:
De aanvaarde facturen leveren een bewijskrachtig maar weerlegbaar vermoeden van de gegrondheid van het op de facturen vermelde bedrag. Uit bepaalde omstandigheden, eigen aan de zaak, kan blijken dat het stilzwijgen niet als een aanvaarding kon worden beschouwd (Antwerpen 26 januari 1998, A.J.T. 1998-99, 241, noot D. Blommaert; Gent 4 december 2006, R.A.B.G. 2008, 940).
Wanneer twee handelspartners een rechtstreekse communicatielijn hebben waarin het persoonlijk contact centraal staat, is het niet ongewoon dat een eventueel protest van facturen via hetzelfde informele kanaal wordt ter kennis gebracht. Het is bijgevolg aannemelijk dat verweerster zich beperkte tot een mondeling protest, uit vrees dat een formele brief als agressief zou worden ervaren.
Door jarenlang niet tot invordering over te gaan, wordt aan een debiteur van een vordering de indruk gewekt dat de schuldeiser zich met diens protest verzoend heeft. De schuldeiser neemt aldus een houding aan die niet verzoenbaar is met de vordering. Het aannemen van een houding die tegenstrijdig is met het uitgeoefende recht kan op zichzelf evenwel geen reden zijn om een wederpartij te ontslaan van de verplichting ...