De indicatieve tabel is geen dwingende richtlijn maar is bedoeld als een leidraad voor de rechtspraak bij de begroting van schadevergoeding voor de meest voorkomende gevallen. Het basisprincipe is en blijft de schadebepaling in concreto.
Onder verwijzing naar een – deze rechtbank bekend – arrest van het Hof van Beroep te Gent van 25 april 2000 (volgens de conclusie: De Verz., 247) pleit de vrijwillig tussenkomende partij het wel eens ingeroepen argument dat een ongebreidelde explosie van schadevergoedingen moet worden tegengegaan wegens de repercussies op het vergoedingssysteem: het verzekeringssysteem moet werkbaar en beheersbaar blijven.
De rechtbank kan die visie niet bijvallen, omdat zij in rechte niet te verenigen valt met de wettelijke bepalingen die het onderwerp regelen.
Dat het verzekeringssysteem werkbaar moet blijven is duidelijk, maar dit behoort tot de financiële (en/of economische) bekommernissen van de verzekeringssector. De schadebepaling behoort tot de juridische sector en gebeurt nu eenmaal in concreto en volgens de daarvoor bestaande wettelijke en jurisprudentiële regels.
De benadeelde van een schadeverwekkende gebeurtenis mag aanspraak maken op vergoeding van de totaliteit van zijn schade, niets minder, maar ook niets meer. De begroting van die schade gebeurt in concreto. Van dat principe afwijken op basis van andere, zij het valabele financiële beschouwingen, is niet verenigbaar met de schadevergoedingsplicht op basis van art. 1382 e.v. BW.
Eens dat de schade bepaald is, staan de aansprakelijke en de aansprakelijkheidsverzekeraar ingevolge zijn wettelijke vergoedingsplicht daarvoor in met de totaliteit van hun vermogen en dit op basis van art. 7 Hypotheekwet.
Daarmee heeft de rechtbank nog niet gezegd dat zij kan meegaan in een ongebreidelde explosie van schadevergoedingen. Alleen zegt de rechtbank dat een evenwichtige schade-evaluatie op basis van de gekende criteria de juiste waarborgen biedt binnen het wettelijke kader van de vergoedingsplicht.
Morele schade is niet daadwerkelijk herstelbaar. Men kan twee richtingen uitgaan: ofwel stellen dat morele schade niet vergoedbaar is (zoals in het Nederlandse recht), ofwel de morele schade vergoeden, maar dan op een manier dat de benadeelden er de erkenning van hun leed in ervaren (wat nog niet wil zeggen op buitensporige wijze).
Voor de indicatieve tabel 2016: klik hier
Voor de indicatieve tabel 2020: klik hier
Nieuw in de indicatieve tabel 2020:
- Administratieve kosten fotokopieën, typen enz.): forfaitaire vergoeding van tussen de € 50 en € 150 ‘rekening houdend met de complexiteit van de zaak’.
- Kilometervergoeding € 0,35 per gereden km.
- De term ‘gebruiksderving van het voertuig’ (= gebruiksderving na het immobiliseren van een voertuig met schade aan het slachtoffer tot gevolg) wordt vervangen door de term ‘vergoeding wegens onbeschikbaarheid’.
- De morele schade voor het verlies van een studiejaar, dat in 2016 voor alle onderwijsvormen op € 3.750,00 werd vastgesteld, wordt tot € 2.500,00 verlaagd voor de lagere en middelbare school. Het bedrag voor het hoger onderwijs werd tot € 3.800,00 verhoogd.
- Het forfaitaire bedrag van de blijvende ongeschiktheid wordt gezien als de geschikte vergoedingsvorm voor lichte tot matige ongeschiktheid, zonder dat er een graad wordt gepreciseerd. Daarmee wil men het slachtoffer een forfaitair bedrag toekennen ter compensatie van de ongemakken die de blijvende ongeschiktheid in de toekomst nog zal veroorzaken.
- De rente wordt aanzien als de meest geschikte vergoeding is om de schade als gevolg van een aanzienlijke blijvende ongeschiktheid (de term ‘aanzienlijk’ is nieuw) te compenseren, zonder de graad verder te specificeren. De rente moet ervoor zorgen dat het slachtoffer elke maand of elk jaar het bedrag van de uitgaven (medicijnen, prothese enz.) ontvangt waarmee hij/zij in de toekomst zal worden geconfronteerd, bijvoorbeeld het equivalent van zijn/haar gederfde inkomsten. Het slachtoffer krijgt dus een vergoeding voor één of meer schadeposten door middel van regelmatige betalingen, eventueel geherwaardeerd en geïndexeerd, tot het einde van zijn/haar leven (lichamelijk of lucratief, afhankelijk van het soort vergoeding).
De overige bepalingen van de Indicatieve Tabel 2020 wijken niet af van de tabel van 2016
De technische rentevoet van 1% blijft ook de aanbevolen rentevoet voor berekeningen voor kapitalisatie, zonder extra inflatiepercentage.
De tabel is geenszins het wondermiddel bij schadebepalingen maar is slechts een middel om partijen bij hun onderhandelingen en de magistraten bij hun beoordeling te helpen knopen door te hakken. Zoals een aandachtige lezer zal merken, biedt de tabel slechts een houvast in die zaken waar er geen andere dan forfaitaire begroting van schade mogelijk is. De tabel vergt een kritische houding vanwege al zijn gebruikers.
De tabel moet iedereen kritisch houden en een permanente aansporing zijn voor allen om zich te vervolmaken in de materie van de vergoeding van schade.
Alles verandert, dus ook de inzichten in schade en de wijzen van vergoeden. De rechtsleer en de rechtspraak volgen deze evolutie langzamer dan de werkgroepen en zijn meer bestemd voor professionelen.
Deze tabel wil op systematische wijze de uit de praktijk gekende knelpunten een oplossing geven, met aandacht voor een zo menselijk mogelijke aanpak van de materie.