Artikel 4 CAO 109 bepaalt: "De werknemer die de concrete redenen die tot zijn ontslag geleid hebben wenst te kennen, richt zijn verzoek bij aangetekende brief tot de werkgever binnen een termijn van 2 maanden nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen.
Wanneer de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd met inachtneming van een opzeggingstermijn, richt de werknemer zijn verzoek tot de werkgever binnen een termijn van 6 maanden na de betekening van de opzegging door de werkgever, zonder evenwel 2 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst te kunnen overschrijden."
De termijn om een verzoek in te dienen om de concrete redenen te kennen die tot het ontslag hebben geleid, gaat in vanaf de ontslagbeslissing en niet vanaf het moment dat de werkgever een beslissing tot uitbetaling neemt.
Kennelijk onredelijk ontslag
Een kennelijk onredelijk ontslag is een ontslag van een werknemer die is aangeworven voor onbepaalde tijd, dat gebaseerd is op redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of de dienst en waartoe nooit beslist zou zijn door een normale en redelijke werkgever.
Art. 10 van de CAO 109 bepaalt:
"Bij betwisting wordt de bewijslast tussen de werkgever en de werknemer als volgt geregeld:
Indien de werkgever de redenen van het ontslag heeft meegedeeld met inachtneming van artikel 5 of 6: draagt de partij die iets aanvoert daarvan de bewijslast.
Het behoort aan de werkgever om het bewijs te leveren van de voor het ontslag ingeroepen redenen die hij niet aan de werknemer heeft meegedeeld met inachtneming van artikel 5 of 6 en die aantonen dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is.
Het behoort aan de werknemer om het bewijs te leveren van elementen die wijzen op de kennelijke onredelijkheid van het ontslag wanneer hij geen verzoek heeft ingediend om de redenen van zijn ontslag te kennen met inachtneming van artikel 4."
Wanneer een laattijdig verzoek door de werknemer wordt gericht aan de werkgever faalt de werknemer in diens bewijslast