Art. 135, § 2 van de Gemeentewet legt de gemeentelijke overheid de verplichting op tot het voorkomen, door gepaste maatregelen, van ieder abnormaal gevaar, zichtbaar of niet, tenzij een vreemde oorzaak, die de gemeente niet kan worden aangerekend, haar verhindert haar veiligheidsverplichting na te komen (Cass. 26 mei 1994, RW 1994-95, 745). Een abnormaal gevaar is een toestand die van aard is het rechtmatig vertrouwen van de weggebruiker te verschalken en waarbij een normaal voorzichtige en redelijke overheid, in dezelfde omstandigheden geplaatst, tussenbeide komt. Volgens een vaste rechtspraak maakt de gemeentelijke veiligheidsverplichting geen resultaatsverbintenis maar een inspanningsverbintenis uit .
Daarnaast bestaat een gebrekkige toestand in de zin van art. 1384, eerste lid BW uit een abnormaal kenmerk. Het criterium dat de actuele rechtspraak hanteert om tot het bestaan van een gebrek van de weg te besluiten, is de vraag of de openbare weg nog beantwoordt aan zijn normale veilige structuur. Wanneer de weg geen veilige mobiliteit mogelijk maakt, kan men die weg als abnormaal kenmerken.
Hoewel de gelijkgrondse berm, anders dan de rijbaan, in de regel niet is ingericht voor het voertuigenverkeer in het algemeen, dient toch te worden beklemtoond dat de overheid als beheerder van de openbare weg de weggebruiker niet mag verschalken in zijn normale verwachtingen en geen afbreuk mag doen aan het vertrouwensprincipe.
Het feit dat de aansprakelijkheid van de overheid betrokken is, sluit evenwel niet uit dat ook de aansprakelijkheid van de weggebruiker kan betrokken zijn. Elke weggebruiker is immers de eerste bewaker van zijn eigen veiligheid en dient de nodige voorzorgmaatregelen te nemen.
Het Wegverkeersreglement laat toe dat in bepaalde omstandigheden de gelijkgrondse berm wordt gevolgd, maar dit impliceert niet dat de bestuurders verplicht zijn om de gelijkgrondse berm te gebruiken. Wanneer het kruisen wegens de breedte van de rijbaan niet gemakkelijk kan worden uitgevoerd, moeten de bestuurders zelf beoordelen of ze veilig op de berm kunnen uitwijken.