Een partij die hoger beroep aantekende dat behept is met een vormgebrek kan dit verhelpen door opnieuw hoger beroep in te stellen zolang er geen definitieve uitspraak is gedaan over het eerste hoger beroep en zonder dat de partij ertoe verplicht is de uitspraak over dit hoger beroep af te wachten.
Krachtens art. 19, eerste en tweede lid, Ger.W. is een vonnis een eindvonnis in zoverre daarmee de rechtsmacht van de rechter over een geschilpunt uitgeput is, behoudens de rechtsmiddelen bij de wet bepaald. De rechter die zijn rechtsmacht over een geschilpunt heeft uitgeput, kan ter zake niet meer worden geadieerd, behoudens de bij dit wetboek bepaalde uitzonderingen.
Krachtens art. 23 Ger.W., zoals hier van toepassing, strekt het gezag van gewijsde zich niet verder uit dan tot wat het voorwerp van de beslissing heeft uitgemaakt. Vereist wordt dat de gevorderde zaak dezelfde is, dat de vordering op dezelfde oorzaak berust, dat de vordering tussen dezelfde partijen bestaat en door hen en tegen hen in dezelfde hoedanigheid is gedaan.
Uit deze bepalingen volgt dat de exceptie van het gewijsde verhindert dat partijen opnieuw een hoger beroep met hetzelfde voorwerp instellen wanneer in hoger beroep reeds een einduitspraak werd gedaan over de vorderingen van partijen.
Uit deze bepalingen volgt tevens dat de exceptie van rechtsmacht verhindert dat de rechter in hoger beroep terugkomt op een definitieve beslissing waaromtrent zijn rechtsmacht is uitgeput.
Wanneer de eiser in hoger beroep afstand van het geding in hoger beroep doet, geeft hij hij het recht zelf om opnieuw hoger beroep in te stellen niet prijs.
Uit het geheel van de hierboven vermelde bepalingen volgt dat zolang er in hoger beroep geen definitieve uitspraak is gedaan over de vorderingen van partijen, zij het ten gevolge van het casseren van een eerste appelbeslissing, een partij, nadat deze een eerste hoger beroep heeft ingesteld dat door een vormgebrek is aangetast, opnieuw hoger beroep kan instellen en afstand kan doen van het aanvankelijke hoger beroep.