Uittreksel uit het burgerlijk wetboek:
" Art. 48bis. De pachter kan zijn recht van voorkoop voor het gehele goed, of voor een deel ervan indien hij het voor het overige deel zelf uitoefent, aan één of meer derden overdragen tegen de volgende voorwaarden.
Bij verkoop uit de hand geven de pachter en de derden gezamenlijk kennis van de overdracht en van de aanvaarding aan de notaris, overeenkomstig artikel 48, 1, tweede lid.
Bij openbare verkoping verklaart de pachter het recht van voorkoop over te dragen en de derde verklaart dit recht uit te oefenen tijdens de toewijzingszitting, overeenkomstig artikel 48, 2, tweede lid of naar aanleiding van de kennisgeving van de instemming binnen de termijn van tien dagen. De verkoper kan eisen dat de derde waarborg stelt.
In geval van toepassing van dit artikel ontstaat er van rechtswege pachtvernieuwing ten voordele van de pachter, ingaande op de verjaardag van de ingenottreding van de pachter die volgt op de datum van aankoop door de derde.
De pachter die zijn recht van voorkoop heeft overgedragen onder de in dit artikel gestelde voorwaarden, mag gedurende een periode van negen jaar te rekenen vanaf het begin van de nieuwe pachtperiode, bedoeld in het derde lid, de exploitatie van het goed niet overdragen aan andere personen dan zijn echtgenoot, zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of die van zijn echtgenoot of aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen.
Bij overtreding van deze bepaling is hij aan de verkoper een schadevergoeding, gelijk aan 50 % van de verkoopprijs van de betrokken percelen, verschuldigd, tenzij hij vooraf op grond van ernstige redenen, machtiging van de vrederechter heeft verkregen."
Het recht van voorkoop bedoeld in art. 48.1 Pachtwet houdt in dat de notaris de pachter in overeenstemming met het eerste lid kennis moet geven van de akte opgesteld onder opschortende voorwaarde van de niet-uitoefening van het voorkooprecht, wat als een aanbod van verkoop geldt, en dat de pachter dat aanbod kan aanvaarden binnen de termijn bedoeld in het tweede lid.
Met toepassing van art. 48bis, eerste lid Pachtwet kan de pachter zijn recht van voorkoop voor het gehele goed uitoefenen of deels aan een of meer derden overdragen, op voorwaarde dat hij het recht voor het overige zelf uitoefent.
Voormelde wetsbepaling strekt ertoe de zekerheid te hebben dat de pachter het goed geheel of deels in eigendom kan verwerven. Dat is ook de reden waarom het vestigen van een vruchtgebruik geen aanleiding tot een recht van voorkoop geeft (Cass. 24 februari 1978, RW 1978-79, 615).