De ouders dragen naar evenredigheid van hun middelen bij in de zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen (artikel 203 § 1 (oud) BW).
De bijdrage van elke ouder in deze kosten wordt bepaald in verhouding tot zijn/haar respectieve aandeel in de samengevoegde middelen (art. 203bis § 1 (oud) BW).
De bijdragecapaciteit van elke ouder wordt berekend in functie van zijn middelen, zijnde onder andere alle beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en deze van hun kinderen waarborgen (artikel 203, § 2 (oud) BW).
Hierbij dient de rechter niet enkel rekening te houden met de reële inkomsten, maar ook met de virtuele inkomsten of het verdienvermogen van partijen, alsook met de niet- samendrukbare uitgaven, zoals een hypothecaire leningslast of huurlast, de onderhoudslasten van kinderen uit een andere relatie of eventuele medische uitgaven van een ouder.
De vaste dagelijkse of maandelijkse uitgaven (zoals kosten van elektriciteit, gas, en waterverbruik, telefoon en internetkosten, allerhande heffingen en belastingen (met uitzondering van de persoonsbelastingen), verzekeringspremies, enz.) komen niet in aanmerking bij het bepalen van de omvang van de onderhoudsverplichting. Elke ouder maakt deze kosten in verhouding tot zijn middelen zodat zij elkaar opheffen.
Overeenkomstig art. 1321 Ger. W. moet elke rechterlijke beslissing-behoudens akkoord van partijen over het bedrag van de onderhoudsbijdrage, hetgeen in casu ontbreekt - verplicht volgende parameters vermelden:
1° de aard en het bedrag van de middelen van elk der ouders (meer precies de inkomsten en mogelijkheden om inkomsten te verwerven, zo ook «alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en deze van de kinderen waarborgen»). Genieten de ouders voordelen in natura in een professionele context die hun lasten ook buiten die context verlagen, dan komt het de familierechter toe de aard en het bedrag van die voordelen te concretiseren naarmate hij ze, in het licht van de voorliggende informatie en stukken, effectief in acht neemt bij de raming van de middelen van de ouders.
2°de gewone kosten waaruit het budget van het kind is samengesteld en de manier waarop deze werd begroot
3° de aard van de buitengewone kosten die in acht kunnen worden genomen
4° de verblijfsregeling van de kinderen en de bijdrage in natura van elk der ouders tgv deze verblijfsregeling
5° het bedrag van kinderbijslag en sociale en fiscale voordelen
6° de inkomsten die elk van de ouders in voorkomend geval ontvangt uit het genot van de goederen van het kind
7° eventueel bijzondere omstandigheden
8°aandeel van elk der ouders in de tenlasteneming van de kosten voortvloeiend uit art. 203 §1 (oud) BW en de daarop eventueel vastgestelde bijdrage.
De partijen dienen er zich bewust van te zijn dat wanneer zij de rechtbank geen, onvolledige of niet-geactualiseerde gegevens overmaken, de begroting van de onderhoudsbijdrage mogelijks niet overeenstemt met een evenredige bijdrage van elke ouder in de kosten van onderhoud van het kind.
Dit belet dan niet dat zelfs zonder antwoord geboden op de 8 parameters voorzien in artikel 1321 Ger. W., de rechtbank in het belang van de minderjarige op basis van de beperkte voorgelegde gegevens een onderhoudsbijdrage bepaalt.
Er wordt in hoofde van de ouders niet enkel rekening gehouden met hun huidige financiële positie, maar eveneens met hun mogelijkheid om inkomsten te verwerven. Een ouder die actueel geen of weinig inkomsten heeft, maar redelijkerwijze in staat geacht moet worden om die te verwerven resp. om méér inkomsten te verwerven, kan zich niet verschuilen achter de bestaande situatie om de last van het onderhoud geheel of bijna geheel op de andere ouder af te wentelen.
De verplichting van de familierechter om de parameters te vermelden en vervolgens uit te leggen hoe hij, op basis van de parameters, tot zijn beslissing tot vaststelling van kinderalimentatie is gekomen, moet op bevattelijke wijze worden ingevuld. Zij moet worden afgewogen ten opzichte van de verplichting van de ouders om loyaal mee te werken aan de bewijsvoering. Het komt de ouders toe de bewijsgaring te faciliteren en daartoe de nodige informatie en stukken te verschaffen.
zie ook www.elfri.be - Artikel - Criteria bij de bepaling van onderhoudsgeld