Kwijtschelding van een hoofdelijke medeschuldenaar en gevolgen voor de andere medegehouden schuldenaars
Artikel 1285 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat kwijtschelding of ontslag bij overeenkomst ten voordele van een van de hoofdelijke medeschuldenaars, al de overigen bevrijdt, tenzij de schuldeiser zich uitdrukkelijk zijn rechten tegen hen heeft voorbehouden. De regel van artikel 1285 BW gaat uit dat behoudens andere vermelding, de kwijtscheldende schuldeiser vermoed wordt ook de andere medeschuldenaars te willen bevrijden.
Wanneer meerdere personen door hun samenlopende fouten (1) dezelfde schade hebben veroorzaakt, zijn zij in solidum aansprakelijk jegens de benadeelde; deze aansprakelijkheid in solidum strekt tot waarborg van de benadeelde (2). (1) In deze zaak ging het om een samenloop van beweerde contractuele en quasi-delictuele fouten. (2) Zie Cass. 18 januari 2007, AR C.05.0529.F, AC 2007, nr. 27; Cass. 8 maart 2005, AR P.04.1534.N, AC 2005, nr. 141; Cass. 15 februari 1974, AC 1974, 661, met concl. van Procureur-generaal Dumon, toen Advocaat-generaal.
Kwijtschelding van een in solidum gehouden medeschuldenaar en gevolgen voor de andere medegehouden schuldenaars.
Wanneer meerdere personen door hun samenlopende fouten (1) dezelfde schade hebben veroorzaakt, zijn zij in solidum aansprakelijk jegens de benadeelde; deze aansprakelijkheid in solidum strekt tot waarborg van de benadeelde.
Afstand van recht wordt niet vermoed en dient steeds beperkend te worden uitgelegd.
Wanneer aldus de benadeelde aan één van de in solidum gehouden mede-aansprakelijken geheel of gedeeltelijk kwijtschelding verleent, dan kan hieruit, in beginsel, niet worden afgeleid dat de benadeelde de bedoeling heeft gehad ook de anderen te bevrijden van hun schuld.