vonnis in casu
Consoorten stellen een vordering in tegen het FMO (Fonds medische ongevallen) na het overlijden van hun vader en echtgenoot ingevolge complicaties na een sleeve gastrectomie (operatieve maagverkleining), bestaande uit een maaglek.
De rechter wijst de vordering gesteld in hoofdorde wegens een beweerde fout informed consent af. Het feit dat de patiënt reeds zijn vader verloor aan de complicaties van een maagoperatie wezen er volgens de rechtbank op dat hij op de hoogte was van de risico's. Alles wees erop dat de patiënt met een BMI van 36,6 die leed aan diabetes en die een broer had die met succes geopereerd was voor zelfde ingreep met kennis van de risico's instemde.
De rechter kent de vordering tot op grond van medisch ongeval zonder aansprakelijkheid op grond van de overweging dat geen zorgverlener een fout beging en verder dat het ongeval niet voortvloeit uit de toestand van de patiënt, terwijl de schade voor de patiënt een abnormaal karakter heeft en dit volgens de toepassingsvoorwaarden gesteld in de wet.
In artikel 2,7° van de
wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg wordt een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid als volgt gedefinieerd
“een ongeval dat verband houdt met een verstrekking van gezondheidszorg die geen aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van een zorgverlener,
dat niet voortvloeit uit de toestand van de patiënt
en dat voor de patiënt abnormale schade met zich meebrengt
De schade is abnormaal wanneer ze zich niet had moeten voordoen rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap, de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie.
Het therapeutisch falen en een verkeerde diagnose zonder fout zijn geen medisch ongeval zonder aansprakelijkheid.”
Wanneer deze voorwaarden cumulatief verenigd zijn kan een slachtoffer van een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid aanspraak maken op een vergoeding van het F.M.O., lees Fonds Medische Ongevallen.
Een vordering kan evenwel in hoofdorde gesteund zijn op andere gronden voorzien in art. 4 van de wet van 31 maart 2010 en pas in ondergeschikte orde op grond van medische fout zonder aansprakelijkheid.
Uittreksel uit de Wet betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg: Wet betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg:Art. 4. Het Fonds vergoedt het slachtoffer of zijn rechthebbenden overeenkomstig het gemeen recht :
1° wanneer de schade is veroorzaakt door een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, voor zover de schade voldoet aan een van de in artikel 5 bepaalde voorwaarden inzake ernst;
2° wanneer het Fonds oordeelt of wanneer vaststaat dat de schade is veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener, wiens burgerlijke aansprakelijkheid niet of niet voldoende is gedekt door een verzekeringsovereenkomst;
3° wanneer het Fonds oordeelt dat de schade veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener en wanneer deze of zijn verzekeraar de aansprakelijkheid betwist, voor zover de schade voldoet aan een van de in artikel 5 bepaalde voorwaarden inzake ernst;
4° wanneer de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt van de zorgverlener die de schade heeft veroorzaakt een voorstel tot vergoeding doet dat het Fonds kennelijk ontoereikend vindt.
Art. 5. De schade is ernstig genoeg indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de patiënt is getroffen door een blijvende invaliditeit van 25 % of meer;
2° de patiënt is getroffen door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende minstens zes opeenvolgende maanden of zes niet opeenvolgende maanden over een periode van twaalf maanden;
3° de schade verstoort bijzonder zwaar, ook economisch, de levensomstandigheden van de patiënt;
4° de patiënt is overleden.
Abnormale schade Met abnormale
schade abnormaal is volgens de criteria bepaald in de wet, namelijk vermijdbaarheid bij de huidige stand van de wetenschap en onvoorspelbaarheid rekening houdend met de toestand van de patiënt.
Met de huidige stand van de wetenschap wordt het hoogste kennisniveau en het hoogste technologisch materiaal op het ogenblik van de uitvoering van de ingreep bedoeld (Memorie van Toelichting, Parl. st. 12 november 2009, nr.52-2240/001, pag. 25-26). Hieronder moet ook de best haalbare, met andere woorden optimale organisatie van de verzorgingsinstelling worden verstaan, al mag opgemerkt dat dit niet hetzelfde is als een ‘ideale medische wereld’, die dan ook geen toetssteen kan zijn (Rb. 1° aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, 2 juni 2017, T. Verz. 2018/4, 537).
Abnormaliteit van de schade
Het criterium voor de abnormaliteit van de schade, namelijk de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie, dient volgens de parlementaire voorbereiding (Parl. st. Kamer 2009-10, nr.2240-001 pag.25) te worden ingeschat in functie van de algemene gezondheidstoestand van de patiënt, en van wat men redelijk kan voorzien als de evolutie daarvan. Het mag niet gaan om schade die voortvloeit uit de verergering van de toestand van de patiënt. De Memorie van toelichting (o.c. pag.24) specifieert daarover:
“Met andere woorden, de wet heeft tot doel heeft de onvoorspelbare gevolgen van een verstrekking van gezondheidszorg te vergoeden, zoals bijvoorbeeld de onvoorziene of weinig waarschijnlijke neveneffecten van een behandeling”.
Abnormale schade dient dan ook gedefinieerd als datgene dat uitzonderlijk, onverwacht of weinig waarschijnlijk is (vgl. T. Vansweevelt, De wet medische ongevallen, in T. Vansweevelt en F. Dewallens (eds.), Handboek gezondheidsrecht, I, Antwerpen, Intersentia 2014, 1609).