Preview
Elk ‘werk’ van een ‘auteur’ kan beroep doen op de bescherming van de Auteurswet mits 1° het werk wordt uitgedrukt in een concrete vorm, en 2° het werk voldoet aan de vereiste van originaliteit (F. GOTZEN en M.C. JANSSENS, Wegwijs in het intellectueel eigendomsrecht, Vandenbroele 2007, p. 23); De bescherming kan slechts ingeroepen worden door de auteur, maker van het werk, d.w.z. een fysiek persoon, en niet door een rechtspersoon, behoudens indien deze kan aantonen dat de auteursrechten aan haar werden overgedragen. Ten aanzien van de auteur dient deze overdracht schriftelijk bewezen (art. 3 § 1 auteurswet). Teen aanzien van derden kan deze overdracht met alle middelen van recht worden bewezen, dus niet alleen door een document, maar ook door een merkteken op het werk of een vermelding ten aanzien van het publiek waaruit deze rechten blijken (Art. 6 2° alinea van de auteurswet). Deze bemerking is vooral van belang bij industriële producenten die de auteursrechten verworven hebben van hun werknemers (bv. op matrijzen) maar die vergeten zijn om deze overdracht te veruitwendigen. Indien de producent rechtspersoon dan een vordering ...