Preview
Arrest nr. 76/2010
Onderwerp van de prejudiciële vraag
Bij arrest nr. 197.279 van 26 oktober 2009 heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld: «Schendt art. 14, § 1, van de RvS-Wet art. 10 en 11 van de Grondwet, indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat tuchtstraffen die aan militairen worden opgelegd op grond van de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht, geen voor vernietiging vatbare handelingen zijn, terwijl tuchtstraffen die worden opgelegd aan andere overheidspersoneelsleden dat wel zijn?».
...
In rechte
B.1. Art. 14, § 1, van de RvS-Wet bepaalt:
«De afdeling bestuursrechtspraak doet uitspraak, bij wijze van arresten, over de beroepen tot nietigverklaring wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht, ingesteld tegen de akten en reglementen:
1o van de onderscheiden administratieve overheden;
2o van de wetgevende vergaderingen of van hun organen, daarbij inbegrepen de ombudsmannen ingesteld bij deze assemblees, van het Rekenhof en van het Grondwettelijk Hof, van de Raad van State en van de administratieve rechtscolleges evenals van organen van de rechterlijke macht ...