Samenvatting
De beslissing tot verbeurdverklaring met toepassing van art. 42, 3o Sw. heeft in de regel een zakelijke werking, d.w.z. dat ze op de zaak zelf slaat. De eigendom daarvan wordt aan de Staat overgedragen zodra het vonnis dat de verbeurdverklaring uitspreekt, in kracht van gewijsde is gegaan.
De verbeurdverklaring kan evenwel geen afbreuk doen aan de zakelijke rechten die voordien rechtsgeldig op het onroerend goed gevestigd waren.
Preview
H.M. t/ Openbaar ministerie I. Rechtspleging voor het Hof Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Hof van Beroep te Luik, correctionele kamer, van 12 januari 2009. II. Beslissing van het Hof Beoordeling Ambtshalve middel dat de schending aanvoert van art. 42, 3o, en art. 43bis, eerste lid, Sw. 1. Het arrest spreekt tegen de eiser en een andere beklaagde hoofdelijk de verbeurdverklaring uit van een bedrag dat overeenstemt met de voordelen die zij uit de verhuur van een pand hebben gehaald in de omstandigheden die bij art. 380, § 1, 3o, Sw. strafbaar zijn gesteld. 2. Uit art. 42, 3o, en art. 43bis, eerste lid, Sw. volgt dat de rechter, in zoverre schriftelijk door het openbaar ministerie is gevorderd, steeds de bijzondere verbeurdverklaring kan bevelen van de vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen, alsook van de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en van de inkomsten uit de belegde voordelen. Wegens het facultatief karakter van deze straf staat niets de rechter in de weg ...